Naar boven ↑

Rechtspraak

eisers/gedaagde en Cresendo Property Management BV
Rechtbank Oost-Brabant (Locatie 's-Hertogenbosch), 23 februari 2011
ECLI:NL:RBSHE:2011:BP5647

eisers/gedaagde en Cresendo Property Management BV

Mediationclasule in overeenkomst leidt niet tot niet-ontvankelijkheid of onbevoegdheid van de rechtbank

L. c.s. vorderen dat de rechtbank eisers (B. c.s.) niet-ontvankelijk verklaart althans de rechtbank zich onbevoegd verklaart. L. c.s. baseren hun (incidentele) vordering op artikel 7 van de tussen partijen gesloten overeenkomst. Daarin is bepaald dat partijen geschillen over de uitvoering en of de inhoud van de overeenkomst voor zullen leggen aan een mediator. B. c.s. stellen zich op het standpunt dat er geen sprake is van een geschil over de uitvoering of inhoud van de overeenkomst en bovendien het bepaalde in artikel 7 er niet toe kan leiden dat B. c.s. niet-ontvankelijk wordt verklaard dan wel de rechtbank onbevoegd is van de vordering van B. c.s. kennis te nemen.

De rechtbank oordeelt als volgt. Een mediationclausule als artikel 7 van de overeenkomst tussen partijen kan niet gelijk gesteld worden met een arbitraal beding of een beding waarin partijen zijn overeengekomen een tussen hen gerezen geschil voor te leggen aan een bindend adviseur. Kenmerkend voor arbitrage en bindend advies is dat een door partijen aangewezen derde in plaats van de gewone rechter op voor partijen bindende wijze beslist op een geschil dat partijen verdeeld houdt. Dat is niet het geval bij mediation. Dat neemt niet weg dat, gelet op de mediationclausule, B. c.s. in beginsel gehouden was het geschil aan een mediator voor te leggen. Mediation gaat echter uit van bereid- en vrijwilligheid van beide partijen, hetgeen met zich brengt dat een van de partijen zich kan terugtrekken en zich kan wenden tot de rechter. Van niet-ontvankelijkheid van B. c.s. en/of onbevoegdheid van de rechtbank kennis te nemen van de vordering is dan ook geen sprake. Een en ander is voor de rechtbank wel reden bij gelegenheid van de te bevelen comparitie na antwoord, mogelijke verwijzing naar mediation uitdrukkelijk aan de orde te stellen.