Naar boven ↑

Rechtspraak

N.U. Logistics Ltd./werknemer
Rechtbank Overijssel, 17 februari 2011
ECLI:NL:RBALM:2011:BP5810

N.U. Logistics Ltd./werknemer

Internationaal arbeidsrecht. Verschijning dekt onbevoegdheid rechter ex artikel 24 EEX-Vo. Toepasselijk recht conform Rome I. Verstoorde arbeidsrelatie leidt tot beperkte vergoeding

Werknemer (woonachtig buiten Nederland) is voor bepaalde tijd bij Logistics in dienst getreden als internationaal chauffeur (na verlenging van de overeenkomst) voor bepaalde tot 30 september 2011. Volgens Logistics heeft werknemer op 16 november ontslag genomen. Volgens werknemer heeft werkgever hem op 16 november ontslag op staande voet verleend. Thans verzoekt Logistics voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een verstoorde arbeidsrelatie. Werknemer heeft volgens Logisticis de goede naam en eer van het bedrijf geschaad, de bedrijfstelefoon voor privédoeleinden gebruikt en zich negatief uitgelaten over de algemene gang van zaken.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Op grond van artikel 20 van de EG-Verordening nr. 44/2001 (EEX-Vo.) kan een werkgever zijn verzoek met betrekking tot individuele verbintenissen uit arbeidsovereenkomst slechts brengen voor de gerechten van de lidstaat waar de werknemer woonplaats heeft, tenzij sprake is van forumkeuze achteraf. Werknemer is echter in rechte verschenen zonder de bevoegdheid van de kantonrechter te Heerlen te betwisten. De kantonrechter is van oordeel dat in het onderhavige geval sprake is van een stilzwijgende forumkeuze als bedoeld in artikel 24 EEX-Vo., zodat door de verschijning van werknemer de kantonrechter te Heerlen bevoegd is om van het onderhavige geschil kennis te nemen. Op grond van artikel 8 Rome I wordt de individuele arbeidsovereenkomst bij gebreke van een door partijen gedane rechtskeuze beheerst door het recht van het land waar of van waaruit de arbeid gewoonlijk wordt verricht of, indien het toepasselijk recht niet dienovereenkomstig kan worden vastgesteld, door het recht van het land waar de vestiging van de werkgever die de werknemer in dienst heeft zich bevindt. Een rechtskeuze hebben partijen niet gemaakt. De plaats waar de arbeid wordt verricht, biedt vanwege het internationale karakter daarvan (werknemer is immers internationaal chauffeur die zijn werkzaamheden in geheel Europa uitvoert) onvoldoende aanknopingspunten. Het land van waaruit werknemer zijn werkzaamheden verricht is Nederland en bovendien is daar ook de vestigingsplaats van de werkgever, zijnde Logistics, gelegen. Gelet hierop is Nederlands recht van toepassing.

Uit de over en weer gemaakte verwijten volgt dat sprake is van een verstoorde arbeidsrelatie, zodat ontbinding zal worden toegewezen. Aan werknemer komt een vergoeding van € 3.000 toe.