DB Schenker Rail Nederland BV/werknemer

Werknemer (geboren 23 december 1951) is in 1979 in dienst getreden van (de rechtsvoorgangers van) DB Schenker Rail Nederland (DBS). Wegens slechte bedrijfsresultaten is een reorganisatie afgekondigd. Met de vakbonden is een Sociaal Plan overeengekomen. Op grond van dit Sociaal Plan worden werknemers van 59 jaar en ouder niet boventallig verklaard. Boventalligverklaarde werknemers wordt eerst een heroriëntatieperiode aangeboden met scholing, vervolgens aanvulling WW en uiteindelijk C=0,3 indien men nog steeds geen baan heeft gevonden. Werknemer is op 14 februari 2009 boventallig verklaard. Hij heeft geen ander werk kunnen vinden, zodat zijn arbeidsovereenkomst krachtens het Sociaal Plan moet eindigen, aldus DBS die thans ontbinding verzoekt. Volgens werknemer dient het verzoek te worden afgewezen. Werknemer stelt zich voorts op het standpunt dat het Sociaal Plan hem onbillijk benadeelt, zodat het niet op hem van toepassing moet zijn. In het bijzonder wijst werknemer op de prepensioenschade die hij zal lijden, omdat per 1 januari 2011 een beroep op de FVP (die tot die datum de pensioenpremies voor werklozen gedruende de WW-periode overnam) niet meer mogelijk is.

De kantonrechter oordeelt als volgt. De arbeidsovereenkomst zal per 1 april 2011 (fictieve opzegtermijn) worden ontbonden wegens bedrijfseconomische noodzaak. Werknemer heeft recht op een billijke vergoeding naast het Sociaal Plan. Omdat werknemer vanaf december 2012 met verplicht prepensioen moet gaan, mist hij de C=0,3-vergoeding van het Sociaal Plan. Voorts wordt werknemer onbillijk benadeeld door het feit dat de FVP de pensioenpremies per 1 januari 2011 niet meer voor werklozen overneemt. Hierdoor lijdt werknemer pensioenschade. Werknemer heeft daarom recht op een vergoeding van € 8.000 (gelijk aan kosten voor bijfinanciering van pensioengat). Deze vergoeding laat de suppletie van de WW-uitkering conform het Sociaal Plan onverlet.