werkgever/werknemer

De werknemer heeft in de uitoefening van zijn werkzaamheden in een coffeeshop een zwaar luik op zijn hoofd en schouders gekregen, waardoor hij schade heeft geleden. De werknemer stelt zijn werkgever voor de schade aansprakelijk op grond van artikel 7:658 BW. De werkgever betwist de toedracht van het ongeval en meent niet aansprakelijk te zijn voor de geleden schade.

Het hof oordeelt als volgt. Werknemer heeft voldoende aangetoond dat hij het luik op zijn hoofd en schouders heeft gekregen waardoor de werkgever in beginsel aansprakelijk is, tenzij hij zijn zorgplicht niet heeft geschonden. Hierover oordeelt het hof dat het ongeval eenvoudig had kunnen worden voorkomen door een gasveer te monteren, zoals na het ongeval ook is geschied. Daargelaten of het dichtvallen van het luik zou moeten worden aangemerkt als een algemeen bekend gevaar of de verwezenlijking hiervan als een huis-, tuin- en keukenongeval, werkgever had dit gevaar met een eenvoudige ingreep kunnen wegnemen. Zij doet daarom tevergeefs een beroep op onder andere het broodmesarrest (HR 4 oktober 2002, LJN AE4090). Het hof concludeert dat de gegeven instructies en de waarschuwingen op het luik, waarvan werknemer heeft betwist dat deze zijn gegeven respectievelijk aangebracht, in dit geval onvoldoende zijn voor het oordeel dat werkgever heeft aangetoond dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan. De werkgever heeft derhalve haar zorgplicht geschonden en is daardoor aansprakelijk voor de door de werknemer geleden schade.