Rechtspraak
Rechtbank Noord-Nederland, 25 maart 2011
ECLI:NL:RBGRO:2011:BQ0744
Stichting Kostuumverhuur Groningen/werkneemster
Werkneemster (56 jaar) is op 21 april 1999 bij Kostuumverhuur in dienst getreden. In april 2010 is werkneemster uitgevallen wegens ziekte, overspannenheid. Vervolgens is een arbeidsconflict tussen werkneemster en Kostuumverhuur ontstaan. Volgens werkneemster verdient zij te weinig en is er sprake van onderbezetting. Kostuumverhuur weigert werkneemster te re-integreren. De bedrijfsarts heeft aangedrongen op mediation. Thans verzoekt Kostuumverhuur ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een verstoorde arbeidsrelatie.
De kantonrechter oordeelt als volgt. De kantonrechter is van oordeel dat het de vrijheid van een ondernemer is om de onderneming zo in te richten en te exploiteren als haar goeddunkt. De door werkneemster gewenste oplossingen voor het conflict zoals meer personeel en een hogere beloning zijn niet mogelijk. Op dit punt is een impasse ontstaan want verandering en nadere afspraken zijn voor werkneemster essentieel voor haar terugkeer. Kostuumverhuur kan haar echter niets anders aanbieden en er zijn geen alternatieve functies binnen de organisatie. Partijen zijn onder begeleiding met elkaar in gesprek geweest, wat niet tot een resultaat heeft geleid. Ook tijdens de mondelinge behandeling is niet gebleken dat partijen in staat zijn het tij te keren en tot een oplossing zullen komen. Een tweedespoortraject is niet aan de orde, nu werkneemster kan re-integreren in haar eigen functie doch dit niet wenst als er geen nadere afspraken worden gemaakt. De kantonrechter vindt dat werkneemster niet het recht heeft zich op die wijze en in die mate met het beleid van de ondernemer te bemoeien. Daarmee is er voor de kantonrechter een voldoende gewichtige reden om de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden, zonder vergoeding.