Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/PolyTalent BV
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 8 maart 2011
ECLI:NL:GHARN:2011:BQ1355

werknemer/PolyTalent BV

Studiekostenbeding is niet in strijd met strekking proeftijd

Werknemer heeft voorafgaand aan het sluiten van de arbeidsovereenkomst met PolyTalent een sollicitatietraject doorlopen waarbij door PolyTalent is onderzocht of hij geschikt is om deel te nemen aan het TOP-IT-traject ten behoeve van Rabobank. Dit traject houdt in dat werknemer in het kader van de arbeidsovereenkomst met PolyTalent binnen 2,5 jaar HBO-opgeleid wordt op het gebied van ICT-beheer binnen Rabobank groep ICT met in het vooruitzicht een daarop aansluitende arbeidsovereenkomst met Rabobank. In de arbeidsovereenkomst tussen PolyTalent en werknemer is een proeftijdbeding en een studiekostenbeding opgenomen. Werknemer zegt de arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd op. PolyTalent vordert volledige betaling van de opleidingskosten, krachtens het studiekostenbeding. Volgens werknemer heeft een dergelijk beding geen gelding gedurende de proeftijd en is het studiekostenbeding nietig omdat niet zou zijn voorzien in een zogenoemde glijdende schaal (Opzeeland-arrest).

Het hof oordeelt als volgt. Voor zover het Opzeeland-arrest al van toepassing is op terugvordering van studiekosten (dat arrest zag immers op het terugvorderen van loon tijdens studie), is het onjuist te oordelen dat het eventueel ontbreken van een glijdende schaal het gehele beding teniet doet. De eerste grief faalt derhalve.

Het hof overweegt dat de proeftijd de strekking heeft dat partijen gedurende de proeftijd met elkaar kennis kunnen maken en tijdens deze kennismakingsperiode grote vrijheid hebben om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Zij kunnen gedurende de proeftijd de arbeidsovereenkomst zonder inachtneming van een termijn en zonder voorafgaande toestemming van het UWV beëindigen. Dat het onderhavige studiekostenbeding tot gevolg heeft dat de opzegging door werknemer tijdens proeftijd voor hem – nadelige – financiële gevolgen heeft doet aan deze vrijheid in beginsel niet af. Gesteld noch gebleken is dat met dit beding beoogd is om de vrijheid van werknemer tot opzegging tijdens de proeftijd te beperken. Ook het beroep op artikel 6:248 BW faalt, zodat werknemer gehouden is € 13.000 aan PolyTalent terug te betalen.