Naar boven ↑

Rechtspraak

Tramex Nederland BV/werknemer
Rechtbank Gelderland, 4 april 2011

Tramex Nederland BV/werknemer

Afstand van concurrentiebeding in vaststellingsovereenkomst laat beroep op onrechtmatige concurrentie onverlet. Geen sprake van rechtsverwerking. Schending geheimhoudingsbeding

Werknemer is vanaf 1 mei 2005 tot 1 februari 2011 bij Tramex in dienst geweest als monteur. In de arbeidsovereenkomst was een nevenwerkzaamhedenbeding, geheimhoudingsbeding evenals een non-concurrentiebeding opgenomen. De arbeidsovereenkomst is met wederzijds goedvinden per 1 februari 2011 beƫindigd. In de ter zake opgestelde vaststellingsovereenkomst d.d. 4 januari 2011 is bepaald dat ieder ooit gegolden hebbend non-concurrentie- en/of relatiebeding per einde dienstverband komt te vervallen en dat het geheimhoudingsbeding onverkort blijft gehandhaafd. Werknemer heeft op 2 februari 2011 een eigen onderneming opgericht, waarmee hij Tramex concurrentie aandoet. Volgens Tramex is sprake van onrechtmatige concurrentie, doordat werknemer met kennis van Tramex structureel een substantieel deel van Tramex' klanten benaderd en daardoor stelselmatig inbreuk maakt op haar bedrijfsdebiet.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Hoewel het tussen partijen aanvankelijk overeengekomen non-concurrentiebeding bij de vaststellingsovereenkomst teniet is gedaan en werknemer niet gebonden (meer) was aan dat beding, is hij toch aan zekere grenzen gebonden. Als uitgangspunt voor de toelaatbaarheid van concurrentie van een ex-werknemer jegens zijn voormalig werkgever gelden de criteria zoals opgenomen in het arrest Boogaard/Vesta (HR 9 december 1955, NJ 1956, 157). Er is eerst sprake van onrechtmatige concurrentie als sprake is van bijkomende omstandigheden, daaruit bestaande dat de ex-werknemer het duurzame bedrijfsdebiet van zijn voormalig werkgever stelselmatig en substantieel afbreekt en daarbij gebruik maakt van kennis en gegevens die hij bij zijn voormalig werkgever vertrouwelijk heeft verkregen. Het stelselmatig en substantieel afbreken van bedrijfsdebiet veronderstelt actief optreden van de ex-werknemer in de zin van stelselmatige benadering door de ex-werknemer van relaties die duurzaam met de voormalig werkgever zijn verbonden. Anders dan werknemer meent, heeft Tramex geen afstand van recht gedaan ter zake van vorderingen wegens onrechtmatige werknemersconcurrentie door het non-concurrentiebeding te laten vervallen in de vaststellingsovereenkomst. Doordat werknemer diverse malen aan klanten van Tramex een voorstel heeft gedaan, waarbij de prijzen '20% goedkoper' waren dan bij Tramex, heeft werknemer niet alleen het geheimhoudingsbeding geschonden, maar zich tevens schuldig gemaakt aan onrechtmatige concurrentie. De vorderingen van Tramex worden toegewezen.