Rechtspraak
werknemer/VOF
Werknemer was op 12 maart 2003 als ingeleende werknemer werkzaam bij de VOF en verrichtte reparatiewerkzaamheden aan een golfplaten dak. Daarbij is hij door het dak gezakt en 8 meter naar beneden gevallen. De precieze toedracht van het ongeval is niet komen vast te staan. Tijdens zijn val droeg werknemer geen beveiligingsmiddelen zoals gordels of vallijnen. Werknemer heeft als gevolg van de val ernstig lichamelijk letsel opgelopen. De kantonrechter en het hof hebben de vordering ex artikel 7:658 BW afgewezen, omdat de VOF aan haar zorgplicht zou hebben voldaan met het ter beschikking stellen van voldoende valbescherming en dakladders. In cassatie stelt werknemer zich op het standpunt dat (de systematiek van) artikel 7:658 lid 2 BW meebrengt dat in situaties waarin het gaat om een veiligheidsvoorziening voor het aanbrengen of effectief maken waarvan van de werknemer zelf een tussenkomende handeling wordt gevergd die hij achterwege laat, de schade slechts dan voor rekening van de werknemer moet blijven indien die in belangrijke mate het gevolg is van diens opzet of bewuste roekeloosheid. In gevallen waarin die opzet of bewuste roekeloosheid niet blijkt, zou steeds moeten worden aangenomen dat de werkgever nalatig is geweest veiligheidsinstructies te geven die voldoende specifiek zijn toegesneden op het benutten van de veiligheidsvoorziening die concreet aan de orde is.
De Hoge Raad oordeelt als volgt. Artikel 7:658 lid 2 BW ontheft de werkgever van aansprakelijkheid indien hij aantoont hetzij dat hij de in lid 1 van artikel 7:658 BW genoemde verplichtingen is nagekomen hetzij dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Dit kan niet aldus worden verstaan dat de werkgever die geen bewijs levert dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer, om die reden niet kan hebben voldaan aan de in lid 1 van artikel 7:658 BW neergelegde verplichting om zodanige aanwijzingen te verstrekken als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de werknemer schade lijdt. Ook in gevallen waarin het gaat om veiligheidsvoorzieningen zoals veiligheidsgordels die de werknemer zelf moet toepassen, kan de werkgever derhalve aan aansprakelijkheid ontkomen door aan te tonen dat hij de veiligheidsmaatregelen heeft genomen en de veiligheidsinstructies heeft gegeven die van hem gevergd konden worden. Indien hij dat aantoont, is hij van aansprakelijkheid bevrijd, ook indien niet kan worden aangenomen dat de schade te wijten is aan opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer.