Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/X
Rechtbank Amsterdam, 12 november 2010
ECLI:NL:RBAMS:2010:BR2999

werknemer/X

Geen overgang van onderneming vanwege ontbreken identiteitsbehoud. Ontbreken overeenkomst. Wilsuiting verkrijger

Werknemer vordert voor recht te verklaren dat er sprake is van een overgang van onderneming als bedoeld in artikel 7:662 e.v. BW. Hij beroept zich op een handgeschreven intentieverklaring die door vervreemder en verkrijger ondertekend zou zijn.

De kantonrechter is van oordeel dat het handgeschreven papier niet kan worden aangemerkt als overeenkomst op grond waarvan een overdracht van de onderneming heeft plaatsgevonden, mede omdat er geen levering van activa/passiva heeft plaatsgevonden. Dit neemt niet weg dat ook sprake kan zijn van een overgang van onderneming zonder expliciete daartoe tussen de (oude) en de (vermeende) nieuwe werkgever gesloten overeenkomst (HvJ EG 19 mei 1992, NJ 1992, 476). Uit de feiten en omstandigheden dient dan ondubbelzinnig te blijken van een dergelijke overgang waarbij de identiteit van de economische eenheid behouden is gebleven.

Van een dergelijke ondubbelzinnige overgang met behoud van identiteit van de onderneming is evenmin gebleken. Omstandigheden die daarbij van belang zijn, zijn dat de inventaris noch bedrijfsnaam zijn overgenomen en er geen inschrijving in het handelsregister heeft plaatsgevonden. Dat het bedrijf op de rand van faillissement stond is onbetwist. Er moet dan sprake zijn van een duidelijke wilsuiting van de ‘overnemer’ willen werknemers van een dergelijk bedrijf daaraan het gerechtvaardigde vertrouwen kunnen ontlenen dat deze ‘overnemer’ de nieuwe werkgever zal zijn, met alle verantwoordelijkheden die daar aan vast zitten. Een dergelijke wilsuiting heeft niet plaatsgevonden. Tot slot is geen sprake van een duurzame voortzetting van de onderneming, aangezien de onderneming binnen drie maanden na de gestelde overname is gesloten. Volgt afwijzing van de vordering.