Rechtspraak
werknemer/werkgever
Werknemer is in dienst als orderpicker. Op 2 september 2009 meldt hij zich ziek wegens knieklachten. Uit een arbeidsdeskundig onderzoek op 17 februari 2011 volgt dat aangepast werk niet mogelijk is en dat alleen re-integratie in het tweede spoor tot de mogelijkheden behoort. Werknemer heeft vervolgens een deskundigenoordeel bij het UWV aangevraagd. Op 25 februari 2011 oordeelt de verzekeringsarts dat werknemer op 15 februari 2011 zijn eigen werk kon doen. Op 18 april 2011 heeft de bedrijfsarts in een ‘bijstelling probleemanalyse’ verklaard dat sprake is van een nieuwe medische situatie, waarbij de voorheen aangenomen problematiek duidelijk is afgenomen/verdwenen. Er is geen bezwaar meer tegen hervatting in het eigen werk, maar de bedrijfsarts twijfelt nog wel aan de duurzaamheid. Daarom wordt voorgesteld om werknemer voorlopig voor één of enkele procenten arbeidsongeschikt te laten om te onderzoeken of werknemer inderdaad probleemloos zijn werkzaamheden kan verrichten. Werkgever heeft, overeenkomstig het advies van de bedrijfsarts, werknemer voor 1% arbeidsongeschikt geacht. Werknemer vordert dat hij per 15 februari 2011 volledig hersteld wordt gemeld.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Werkgever stelt dat hij het deskundigenoordeel van het UWV niet heeft overgenomen, omdat de duurzaamheid van het herstel niet door de verzekeringsarts is meegenomen. Dat de verzekeringsarts de duurzaamheid van het herstel niet heeft meegenomen in zijn rapportage, is niet aannemelijk omdat uit de rapportage van de verzekeringsarts volgt dat hij ervan op de hoogte is dat bij de bedrijfsarts twijfel bestond over de duurzaamheid van het herstel in de toekomst. Aangenomen kan derhalve worden dat de verzekeringsarts de duurzaamheid wel heeft meegenomen.
Ook het door werkgever ingenomen standpunt dat de bedrijfsarts over de gegevens van de behandelend specialist beschikte waarmee zij kennelijk wil aanvoeren dat de verzekeringsarts daar niet de beschikking over had, slaagt niet. De verzekeringsarts heeft immers in zijn rapportage aangegeven dat hij informatie bij de huisarts van werknemer heeft ingewonnen. Aangenomen moet worden dat de huisarts over alle medische gegevens beschikt waaronder die van behandelend specialisten zodat, voor zover daaruit een contra-indicatie voor volledig herstel zou zijn gebleken, de verzekeringsarts die informatie via de huisarts moet hebben ontvangen. Nu werknemer na hervatting van de werkzaamheden op 18 april 20011 niet is uitgevallen wegens ziekte, valt niet in te zien waarom werkgever, ondanks het oordeel van het UWV, het standpunt heeft ingenomen dat werknemer voorlopig nog voor één of enkele procenten arbeidsongeschikt moet worden geacht. De kantonrechter oordeelt dat werknemer per 15 februari volledig hersteld dient te worden gemeld voor zijn werk als orderpicker.