Rechtspraak
FNV Bondgenoten/Qbuzz BV
Qbuzz maakt voor de bezetting van haar bussen niet alleen gebruik van eigen werknemers maar ook van uitzendkrachten. In de winter van 2009/2010 heeft Qbuzz haar bussen op drie verschillende dagen niet kunnen laten rijden door extreme sneeuwval. Qbuzz heeft het loon van haar werknemers gedurende deze dagen doorbetaald voor zover zij waren ingeroosterd. Uitzendkrachten met een bepaald aantal garantie-uren hebben deze garantie-uren uitbetaald gekregen. Uitzendkrachten zonder garantie-uren hebben voor de dagen waarop niet gereden kon worden en waarvoor ze wel waren ingeroosterd 3 uur uitbetaald gekregen. Op grond van artikel 12 lid 3 CAO Openbaar Vervoer rust er op Qbuzz een vergewisplicht dat aan vakkrachten/uitzendkrachten die aan zijn onderneming ter beschikking zijn gesteld loon en toe(s)lagen worden betaald overeenkomstig de bepalingen van deze cao. FNV Bondgenoten vordert nakoming van de cao op het vlak van volledige doorbetaling van de drie sneeuwdagen ten behoeve van de uitzendkrachten die stonden ingeroosterd bij Qbuzz op die sneeuwdagen. Qbuzz stelt zich onder meer op het standpunt dat FNV Bondgenoten niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Primair moet de vraag worden beantwoord of FNV Bondgenoten voldoet aan de in artikel 3:305a BW genoemde criteria voor het instellen van een collectieve actie. Een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid kan een rechtsvordering instellen die strekt tot bescherming van gelijksoortige belangen van andere personen voor zover zij deze belangen ingevolge haar statuten behartigt. Het ligt op de weg van FNV Bondgenoten om gemotiveerd aan te geven dat zij aan deze criteria voldoet. FNV Bondgenoten heeft dit nagelaten.
Ten overvloede overweegt de kantonrechter het volgende. Artikel 12 lid 3 van de cao bepaalt dat de cao voor wat betreft de beloning eveneens van toepassing is op uitzendkrachten. Gesteld noch gebleken is echter dat Qbuzz, althans het uitzendbureau, de buschauffeurs die als uitzendkracht bij Qbuzz werkzaam waren minder heeft betaald dan waartoe Qbuzz op grond van de cao gehouden is. Gesteld noch gebleken is immers dat de cao een bepaling bevat waaruit volgt dat uitzendkrachten volledig moeten worden doorbetaald indien zij hun werkzaamheden ten gevolge van weersomstandigheden niet kunnen verrichten. Hetgeen daaromtrent is bepaald in de artikelen 7:628 en 628a BW is slechts van toepassing in een arbeidsrechtelijke verhouding, waarvan tussen Qbuzz en de uitzendkrachten geen sprake is. Of het beginsel van goed werkgeverschap tot de genoemde verplichting leidt, kan in het onderhavige geval, waarin geen informatie over de betreffende werknemers is overgelegd, niet worden beoordeeld. Het voorgaande brengt derhalve met zich dat de vordering, indien FNV Bondgenoten ontvankelijk was geweest in haar vordering, niet tot toewijzing had kunnen leiden.