Naar boven ↑

Rechtspraak

Rodelta/werknemer
Rechtbank Overijssel, 11 augustus 2011
ECLI:NL:RBALM:2011:BR6762

Rodelta/werknemer

Ontbinding arbeidsovereenkomst 61-jarige administrateur wegens eindigen financiering door aandeelhouder. Habe nichts-verweer slaagt

Werknemer (61 jaar) is in 2007 in dienst getreden van (de rechtsvoorganger van) Rodelta in de functie van administrateur. Thans verzoekt Rodelta ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Door sterke concurrentie op de pompenmarkt en de economische crisis blijven bestellingen voor centrifugaalpompen sterk achter. Financiering wordt met name verkregen van een Noorse aandeelhouder. Deze financiering zal vanaf 1 oktober 2011 niet meer mogelijk zijn, als gevolg waarvan Rodelta noodgedwongen zal moeten inkrimpen. Werknemer erkent dat de onderneming noodlijdend is, maar hij meent dat de gevolgen voor hem bij het verlies van zijn baan groter zijn dan die voor Rodelta en dat een vergoeding overeenkomstig de kantonrechtersformule dient te worden betaald.

De kantonrechter oordeelt als volgt. De mening van werknemer getuigt niet van een solidariteitsgedachte: als een collega van hem, die in nagenoeg hetzelfde schuitje zit, geen vergoeding krijgt, dan meent werknemer dat de daardoor ontstane ruimte in de financiƫle middelen naar hem kan worden doorgeschoven. Los daarvan is de kantonrechter van oordeel dat zijn wijze van redeneren ook indruist tegen elke logica, want minder verlies noemt werknemer een besparing, die ten goede zou kunnen komen aan andere zaken dan het verminderen van het verlies. Als de kantonrechter die redenering zou volgen, dan stevent Rodelta ontegenzeggelijk direct op een faillissement af.

Voorts heeft werknemer betoogd dat uit niets blijkt dat de Noorse aandeelhouder niet verder zou kunnen gaan met het verstrekken van leningen en donaties voor en aan Rodelta. Ook dit standpunt verwerpt de kantonrechter. Van een aandeelhouder kan en behoeft niet te worden verwacht dat zij maar door blijft gaan met het 'overeind houden' van Rodelta, en telkens maar weer geld ter beschikking stelt om bijvoorbeeld de salarisbetaling van het personeel van Rodelta weer veilig te stellen. Aan die bijdrage van de aandeelhouder komt een keer een einde. In voldoende mate is gebleken dat dat tijdstip is aangebroken op 1 oktober 2011. Het habe nichts-verweer van Rodelta ten aanzien van de vergoeding wordt gehonoreerd. Uit de cijfers die door Rodelta zijn overgelegd, blijkt dat er geen mogelijkheid overblijft om een vergoeding toe te kennen. Volgt toewijzing van het ontbindingsverzoek zonder toekenning van een vergoeding.