werknemer/Autocar

Werknemer (22 jaar) is sinds 2006 in dienst van Autocar, dat onderdeel is van The Parts Company (hierna: TPC). Autocar richt zich op de verkoop van en de groothandel in voertuigen, alsmede het modificeren van deze voertuigen. In de arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding overeengekomen. Werknemer wil bij Marconi in dienst treden. Marconi is onderdeel van de Van Tilburg-Bastianen Groep (hierna: TB) en richt zich op de handel in onderdelen en benodigdheden van automobielen. Thans vordert werknemer vernietiging c.q. matiging van het concurrentiebeding. Hij stelt dat hij door het concurrentiebeding onbillijk wordt benadeeld.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Centrale vraag in de procedure is of Autocar/TPC en Marconi/TB elkaars concurrenten zijn. Deze vraag wordt, gelet op de producten en de markt van beide bedrijven, alsmede de functie van werknemer, bevestigend beantwoord. Het belang van Autocar bij handhaving van het concurrentiebeding is daarmee een gegeven. Het geheimhoudingsbeding waaraan werknemer is gebonden, biedt onvoldoende waarborgen voor de bescherming van die gegevens. Autocar kan immers niet controleren of werknemer zich daaraan houdt zodra hij bij Marconi in dienst is getreden. Een blote toezegging van werknemer om dat beding te zullen eerbiedigen is onvoldoende. Ten aanzien van de gevorderde vernietiging van het concurrentiebeding oordeelt de kantonrechter dat iemand met de kwaliteiten die in deze procedure aan werknemer worden toegedicht, in staat moet zijn elders een commerciële baan te vinden, zonder in strijd te handelen met het concurrentiebeding. Meegewogen wordt dat het initiatief tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst van werknemer afkomstig is. Wel wordt de duur van het concurrentiebeding teruggebracht naar een jaar.