Naar boven ↑

Rechtspraak

werkgeefster/werknemer
Rechtbank Amsterdam, 30 september 2011
ECLI:NL:RBAMS:2011:BT7498

werkgeefster/werknemer

Voorwaardelijke ontbinding na uitschelden teamleidster. Verstoorde arbeidsrelatie valt deels in risicosfeer werknemer. C=0,5

Werknemer (37 jaar), in dienst sinds 2001, is op 19 mei 2011 op staande voet ontslagen. In de ontslagbrief van dezelfde dag wordt vermeld dat werknemer op 15 mei 2011 door zijn teamleidster is aangesproken op het feit dat hij tijdens werktijd geruime tijd stond te kletsen en buiten pauzetijd in de kantine verbleef. Werknemer heeft de teamleidster daarna een 'fucking hoer' genoemd. Thans verzoekt werkgever voorwaardelijke ontbinding wegens een dringende reden, dan wel wegens een verstoorde arbeidsrelatie.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Dat sprake is van een dringende reden is onvoldoende komen vast te staan. Daarvoor is nader onderzoek naar de feiten nodig, waarvoor de onderhavige procedure zich niet leent. Wel is er als gevolg van het voorval een verstoorde arbeidsrelatie ontstaan. De arbeidsovereenkomst zal derhalve worden ontbonden. In de onderhavige procedure wordt ervan uitgegaan dat het dienstverband niet is geƫindigd als gevolg van het ontslag op staande voet. Werknemer zal een vergoeding worden toegekend. Overwogen wordt dat de verstoorde arbeidsrelatie, ook als de lezing van het voorval van werknemer wordt gevolgd, door het niet opvolgen van de redelijke opdracht van de teamleidster deels in de risicosfeer van werknemer valt. Mede in aanmerking genomen dat werknemer werkgeefster ten onrechte verwijt niet adequaat te hebben gehandeld naar aanleiding van een eerdere klacht, de duur van het dienstverband, de leeftijd van werknemer en de hoogte van zijn loon, wordt een vergoeding toegekend met een correctiefactor van C=0,5.