Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Permar
Rechtbank Gelderland, 6 oktober 2011
ECLI:NL:RBARN:2011:BT7662

werkneemster/Permar

Zwaarwegende redenen voor afwijzing verzoek opnemen vakantiedagen met aansluitend zes maanden onbetaald verlof

Werkneemster is sinds 1982 in dienst van Permar (sociale werkplaats) als productiemedewerkster. Werkneemster lijdt aan obesitas. Zonder (ouderlijk) toezicht vervalt werkneemster in een overmatig eetpatroon, dat bekend staat als Binge Eating Disorder (BED). Werkneemster heeft Permar om het opnemen van vakantiedagen en zes maanden onbetaald verlof verzocht, zodat zij met haar ouders mee kan naar Zuid-Afrika. Permar heeft het verzoek afgewezen. Thans beroept werkneemster zich op de CAO Sociale Werkvoorziening op basis waarvan een werkgever in bijzondere situaties verlof kan verlenen.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Niet aannemelijk is dat het opnemen van verlof door werkneemster een structureel karakter heeft gekregen. Ze heeft eerder langdurig verlof genoten, maar toen was er een groot aantal openstaande vakantiedagen. De laatste keer is werkneemster zonder toestemming vertrokken. Zij is toen per brief geïnformeerd dat een nieuwe verlofaanvraag niet zal worden gehonoreerd. De kantonrechter heeft begrip voor de situatie van werkneemster. Echter, niet is gebleken dat gezocht is naar alternatieve mogelijkheden om werkneemster op te vangen tijdens de afwezigheid van haar ouders. Gedacht kan worden aan structurele, professionele hulp voor werkneemster. Hoewel de kantonrechter begrip kan opbrengen voor de ouders van werkneemster, is hun keuze om halfjaarlijks in Zuid-Afrika te verblijven geen omstandigheid die Permar ertoe zou moeten dwingen haar organisatie aan te passen en de doorstroming mag beïnvloeden. Van belang is verder dat werkneemster na een lange werkonderbreking extra aandacht nodig heeft en Permar een wachtlijst heeft. De kantonrechter acht de redenen van Permar om een verlofaanvraag niet toe te staan – voorshands oordelend – dan ook voldoende zwaarwegend. Volgt afwijzing van de vordering.