Rechtspraak
werknemer/Bastion c.s.
Werknemer, in dienst van Bastion Hotel Groep, is tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden als nachtportier slachtoffer geworden van een gewapende roofoverval. In de onderhavige deelgeschilprocedure stelt werknemer Bastion en/of Aegon op grond van artikel 7:658 BW en 7:611 BW in samenhang met artikel 6:248 BW aansprakelijk voor zijn schade. Werknemer stelt daartoe dat Bastion de zorgplicht van artikel 7:658 BW heeft geschonden. Uit een toedrachtsonderzoek dat door Adinex verricht is, blijkt dat het ongeval met eenvoudige maatregelen voorkomen had kunnen worden.
De kantonrechter oordeelt dat de onderhavige zaak geschikt is om in een deelgeschilprocedure te behandelen. Inhoudelijk wordt geoordeeld dat artikel 7:658 lid 1 BW een hoog veiligheidsniveau van de betrokken werkruimte, werktuigen en gereedschappen, alsmede van de organisatie van de betrokken werkzaamheden vereist (HR 11 april 2008, NJ 2008, 465). In dit geval gaat het niet om een bedrijfsongeval waarbij de werknemer schade lijdt als gevolg van een in de werkomgeving aanwezig gevaar, maar om een situatie waarin de werknemer gewond raakt door een van buiten de werkomgeving komend risico. Dit betekent dat beoordeeld moet worden of Bastion zodanige maatregelen heeft getroffen en/of aanwijzingen heeft gegeven als redelijkerwijs nodig is om – in geval van een roofoverval – zo veel mogelijk te voorkomen dat de werknemer schade lijdt. Dat Bastion, zoals Bastion c.s. heeft aangevoerd, een instructie met betrekking tot overvallen heeft gegeven en daarmee aan haar zorgplicht in het kader van artikel 7:658 BW heeft voldaan, zal Bastion c.s. moeten bewijzen. Bastion c.s. zal in de gelegenheid worden gesteld dit bewijs te leveren. Omdat het hier een overzichtelijke, en dus geen uitvoerige en evenmin complexe, bewijskwestie betreft, staat dit naar het oordeel van de kantonrechter niet in de weg aan de ratio van de deelgeschilprocedure. Volgt aanhouding van de zaak.