werknemer/Accor

Werknemer is sinds 2003 in dienst van Accor in de functie van nachtportier. De overeengekomen arbeidsduur per week is 4 uur, maar gedurende het dienstverband zijn veel meer uren gewerkt. Per 1 januari 2010 is de arbeidsovereenkomst ontbonden. Thans stelt werknemer dat hij gedurende het dienstverband als nachtreceptionist heeft gewerkt en derhalve recht had op een hoger salaris. Tevens is de arbeidsomvang sinds 1 mei 2007 in geschil.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Uit de functieomschrijvingen volgt dat er een grote overlap is tussen de functies van nachtportier en nachtreceptionist. Werknemer heeft taken verricht die specifiek tot de taken van de nachtportier behoren, zodat niet kan worden geoordeeld dat werknemer de functie van nachtreceptionist heeft uitgeoefend.

Ten aanzien van de arbeidsduur wordt geoordeeld dat de feitelijke omvang van de arbeid van april 2003 tot april 2007 structureel op een hoger niveau lag dan de oorspronkelijke overeengekomen arbeidsduur, zodat werknemer zich op het rechtsvermoeden van artikel 7:610b BW kan beroepen. Voor het in acht nemen van een andere c.q. langere referteperiode dan de maanden februari, maart en april 2007 is geen aanleiding, omdat de referteperiode een voldoende representatief beeld geeft. De arbeidsomvang vanaf 1 mei 2007 (werknemer werd vanaf die datum veel minder ingeroosterd) wordt op 64 uur per maand vastgesteld. Voor recht wordt verklaard dat de arbeidsomvang in de periode 1 mei 2007 tot en met 31 december 2009 64 uren per maand was en dat het loon over deze arbeidsomvang dient te worden uitbetaald, waarbij rekening wordt gehouden met wat ter zake reeds is betaald.