werkgever/werknemer

Op 20 juni 2010 heeft werknemer ontslag op staande voet genomen. Thans vordert werknemer betaling van achterstallig loon. Werkgever heeft zich op verrekening beroepen ten aanzien van een bekeuring die werknemer voor een vloerpomp heeft gekregen. Werkgever vordert gefixeerde, dan wel volledige schadevergoeding. Hij stelt dat er geen dringende reden aanwezig was voor ontslagname.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Tegen de achtergrond van artikel 7:661 BW en het arrest TPG/Abvakabo FNV (HR 13 juni 2008, NJ 2009, 302) bezien, faalt het beroep op verrekening van de bekeuring, omdat dit beroep door werkgever onvoldoende is onderbouwd. Geoordeeld wordt dat werknemer op 20 juni 2010 een dringende reden had de arbeidsovereenkomst per direct op te zeggen. Werkgever is diverse afspraken met werknemer over onder meer de loonbetaling en de werkzaamheden niet nagekomen. Van een onregelmatig ontslag is derhalve geen sprake. De vordering van werknemer tot betaling van achterstallig loon wordt toegewezen. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten is onvoldoende onderbouwd en wordt derhalve afgewezen.