Rechtspraak
Rechtbank Midden-Nederland, 7 november 2011
ECLI:NL:RBUTR:2011:BU4901
werknemer/DHL International BV
Werknemer, in dienst van DHL in de functie van Key/Major Account Desk Advisor, heeft om aanpassing van de arbeidsduur naar 37,5 uur per week verzocht. Daarnaast is om spreiding van de uren verzocht, zodat werknemer van 8.45 uur tot 16.45 uur kan werken. DHL is akkoord gegaan met de vermindering van de arbeidsduur, maar niet met de spreiding van de uren. DHL stelt dat het niet acceptabel is dat er voor werknemer werktijden gelden die afwijken van de gebruikelijke werktijden. Thans vordert werknemer de spreiding van de uren toe te staan. Hij stelt dat hij op grond van de WAA voldoet aan de eisen die worden gesteld aan de werknemer die zijn arbeidsduur wil aanpassen. DHL heeft geen zwaarwegende bedrijfsbelangen gesteld of aannemelijk gemaakt.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Werknemer heeft het verzoek om spreiding van de uren gedaan om zo een betere aansluiting te hebben in het openbaar vervoer van en naar zijn werk en beroept zich daarbij op artikel 2 lid 6 WAA. Gelet op de wetsgeschiedenis van de WAA is het genoemde artikel op de onderhavige situatie echter niet van toepassing (Kamerstukken II 1998/99, 26 358, nr. 3, p. 16). Uit de wetsgeschiedenis volgt dat het de werkgever is die de spreiding van de uren over de week vaststelt. Voor wijziging van de spreiding biedt artikel 6:258 BW aanknopingspunten.
Door werknemer is gesteld dat hij op tijd thuis wenst te zijn voor het avondeten, zodat hij met zijn partner gezamenlijk kan dineren. Zijn partner dient tijdens de maaltijd namelijk medicatie in te nemen en dit kan niet later op de avond, omdat hij dan maagklachten krijgt. Dit is echter niet een zorgtaak als bedoeld in artikel 4:1a Arbeidstijdenwet, zodat dit ook geen basis is voor toewijzing van de vordering. Door niet in te stemmen met de spreiding van de arbeidsuren heeft DHL niet in strijd met artikel 6:258 BW of in strijd met het goed werkgeverschap gehandeld. In dit kader vindt een belangenafweging plaats, waarbij het belang van DHL bij volledige bezetting van de servicedesk zwaarder weegt. Meegewogen wordt dat DHL reeds aan de wensen van werknemer is tegemoetgekomen door hem vanaf 1 februari 2011 meestal om 08:15 uur te laten beginnen, omdat werknemer (destijds) heeft aangegeven dat zijn reistijd dan het meest ideaal is. DHL heeft werknemer bovendien toegestaan zijn arbeidstijd met 2,5 uur per week te verminderen en stelt werknemer in de gelegenheid deze 2,5 uur in één keer op te nemen. Volgt afwijzing van de vordering.