Rechtspraak
Rechtbank Midden-Nederland, 2 december 2011
ECLI:NL:RBUTR:2011:BU6603
werkneemster/Skon Kinderopvang BV
Werkneemster is sinds 1997 in dienst van (de rechtsvoorgangers van) Skon, een gecertificeerde particuliere organisatie op het gebied van de kinderopvang, laatstelijk in de functie van manager. Zij heeft steeds naar behoren gefunctioneerd. In juni 2011 is werkneemster te kennen gegeven dat ze geen blijk gaf van voldoende commitment aan (het beleid van) de organisatie. Werkneemster heeft aangegeven zich hierin niet te kunnen vinden, maar wel bereid te zijn tot een vervolggesprek op 11 juli 2011. Met werkneemster is een ontwikkeltraject afgesproken. Begin oktober 2011 is werkneemster tijdelijk teruggeplaatst in de functie van pedagogisch medewerkster op een andere locatie. Werkneemster vordert wedertewerkstelling in de functie van manager op de locatie waar zij voorheen werkzaam was, de Blauwe Koe.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Kern van het geschil is de rechtsgeldigheid van de eenzijdige wijziging. In het midden kan blijven of de litigieuze maatregel – zoals werkneemster meent – een permanente schorsing uit de eigen functie behelst of dat het – zoals Skon heeft betoogd – gaat om een tijdelijke terugplaatsing. Ook zonder dat voorshands sprake is van financiële gevolgen moet de opgelegde maatregel, gezien het disciplinaire en diffamerende karakter ervan en gelet op de wezenlijke verandering in de aard van de werkzaamheden en in de hiërarchische plaats in de organisatie die ervan het gevolg is, als ingrijpend worden aangemerkt. Het geschil wordt beoordeeld aan de hand van de normen die uit het goed werkgever- en werknemerschap voortvloeien.
Werkneemster heeft niet eerder dan het gesprek eind juni 2011 kunnen begrijpen dat er kritiek was op haar functioneren. Eerdere beoordelingen gaven daartoe geen aanleiding. Tijdens het gesprek van 27 juni 2011 zijn een drietal voorbeelden van de gelaakte werkwijze van werkneemster gegeven. Skon heeft – ook ter zitting – echter niet kunnen verhelderen welk gewicht zij aan deze voorbeelden meent te kunnen hechten. Deze voorbeelden rechtvaardigen niet dat wordt getwijfeld aan de capaciteiten van werkneemster of aan de wijze waarop zij als locatiemanager is opgetreden. Los van de voorbeelden heeft werkneemster er recht op dat kritiek door de werkgever wordt geadstrueerd aan de hand van concrete feiten of omstandigheden, zodat daartegen gemotiveerd verweer kan worden gevoerd. Dit is niet gebeurd. Skon heeft ten onrechte besloten werkneemster in een andere functie te plaatsen. De gevorderde wedertewerkstelling wordt derhalve toegewezen. De vordering tot rehabilitatie is eveneens toewijsbaar, omdat werkneemster er een spoedeisend belang bij heeft dat bij derden, aan wie Skon de getroffen maatregel heeft bekendgemaakt, de indruk wordt weggenomen dat zij als manager van de Blauwe koe is tekortgeschoten.