Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Stichting Pensioenfonds Metalektro
Gerechtshof Amsterdam, 6 december 2011
ECLI:NL:GHAMS:2011:BU9333

werknemer/Stichting Pensioenfonds Metalektro

Meermalen onjuist voorlichten hoogte pensioen door Stichting Pensioenfonds Metalektro leidt niet tot gerechtvaardigd vertrouwen bij werknemer. Verlaging pensioen met 15% niet onaanvaardbaar

Werknemer heeft uit hoofde van een vroeger dienstverband deelgenomen aan de verplicht gestelde pensioenregeling in de bedrijfstak Metalektro. De stichting heeft bij brief van 17 augustus 2006 aan werknemer meegedeeld dat hem ingevolge het pensioenreglement per 1 december 2006 een ouderdomspensioen is toegekend van € 29.671,08 bruto per jaar. In 2007 en 2008 heeft de stichting gelijke berichten gedaan, met in 2008 zelfs een bedrag van € 30.827,88 bruto per jaar, hetgeen neerkomt op een pensioen van € 2.572,74 bruto en € 2.068,45 netto per maand. Tot februari 2008 heeft werknemer deze bedragen ook ontvangen. De stichting heeft werknemer bij brief van 10 februari 2008 meegedeeld dat zijn pensioen voor de maand februari 2008 € 2.162,61 bruto en € 1.777,32 netto zou bedragen, omdat zij de pensioenbedragen verkeerd had vastgesteld. Werknemer vordert nakoming van de in 2006 toegezegde pensioenbedragen. Hij heeft daartoe aangevoerd dat hij erop mocht vertrouwen dat het aan hem toegekende en reeds ingegane ouderdomspensioen juist was berekend en niet zou worden verlaagd.

Het hof oordeelt als volgt. Werknemer betwist niet dat de pensioenuitkeringen die hij vanaf februari 2008 ontvangt juist zijn berekend. Dat betekent dat tussen partijen vaststaat dat werknemer vanaf dat moment de pensioenuitkering krijgt uitbetaald waarop hij ingevolge de geldende pensioenreglementen recht heeft. De stichting is dan ook in beginsel niet gehouden hem meer uit te keren dan zij thans doet. Dat houdt tevens in dat de stichting in beginsel gerechtigd was de te hoog vastgestelde pensioenuitkering te verlagen tot het volgens de reglementen juiste bedrag. Dat zou slechts anders zijn indien en voor zover het in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn de lager vastgestelde uitkering te betalen. Het enkele feit dat de stichting werknemer meermalen verkeerd heeft geïnformeerd over de hoogte van zijn pensioen, levert nog geen gerechtvaardigd vertrouwen van werknemer op, omdat de hoogte van het pensioen wordt berekend overeenkomstig de pensioenreglementen die voor werknemer kenbaar waren. De foutieve mededelingen kunnen evenmin, op zichzelf beschouwd, worden gezien als een omstandigheid waardoor het onaanvaardbaar zou zijn om de pensioenuitkering te verlagen.