Leen Bakker Nederland BV/werkneemster

Werkneemster is sinds 2008 in dienst van (de rechtsvoorganger van) Leen Bakker. Op 4 februari 2010 heeft zij zich ziek gemeld. Nadat twee keer is geoordeeld dat werkneemster in aangepast werk aan de slag kan, heeft zij zich opnieuw ziek gemeld. Op 19 oktober 2011 is het loon stopgezet. Thans verzoekt Leen Bakker ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Werkneemster beroept zich op het opzegverbod tijdens ziekte.

De kantonrechter oordeelt als volgt. De uitzondering op het opzegverbod zoals bepaald in artikel 7:670b lid 3 BW is op de onderhavige situatie van toepassing. Voldoende aannemelijk is dat werkneemster geweigerd heeft mee te werken aan de tweemaal door een deskundige gegeven (second) opinion dat zij haar eigen arbeid weer moest gaan verrichten, wat heeft opgeleverd dat gedurende een tweetal perioden een zogenoemde loonstop is doorgevoerd (ingevolge het bepaalde in artikel 7:629 lid 3 BW).

De bedrijfsarts heeft op 7 december 2011 geoordeeld dat de draagkracht van de medewerkster bijna niets is en dat zij niet kan voldoen aan een minimum aan re-integratieverplichtingen, laat staan een werklocatie bezoeken. Volgens de feiten en de situatie op 7 december 2011 is werkneemster nog steeds niet belastbaar voor arbeid, omdat er sprake is van een enorm complexe problematiek, zowel medisch als psychisch als sociaal. Er zijn geen effecten van de behandeling. Terugkeer in de eigen functie is niet meer reëel en ook niet te verwachten in de toekomst. Gelet op het oordeel van de bedrijfsarts is er thans geen reden om de arbeidsovereenkomst eerder te ontbinden dan het moment waarop de twee jaar verstreken zijn. Dat moment is 14 februari 2012. Een ontbinding, al dan niet voorzien van een vergoeding zou niet eerder in werking treden dan de voorlaatste week van januari 2012. Het belang om drie weken eerder een eind te maken aan het dienstverband is door Leen Bakker onvoldoende aannemelijk gemaakt. Volgt afwijzing van het ontbindingsverzoek.