Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgever
Rechtbank Oost-Brabant (Locatie 's-Hertogenbosch), 17 november 2011
ECLI:NL:RBSHE:2011:BV0280

werknemer/werkgever

Beroep op kennelijk onredelijk ontslag, nietigheid van het ontslag en wederom kennelijk onredelijk ontslag niet in strijd met rechtszekerheid. Dibbets-arrest. Geen kennelijk onredelijk ontslag na langdurige arbeidsongeschiktheid

Werknemer is sinds 2000 in dienst. Na verkregen toestemming van UWV WERKbedrijf is de arbeidsovereenkomst wegens langdurige arbeidsongeschiktheid opgezegd. Werknemer vordert schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag. Hij beroept zich op het gevolgencriterium. Hij stelt onder meer dat er nog wel degelijk mogelijkheden zijn om in eigen werk te re-integreren. Bovendien heeft hij veel tegenwerking ondervonden bij het uitvoeren van passende arbeid. Werkgever voert primair aan dat werknemer niet-ontvankelijk verklaard dient te worden, omdat hij gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om te switchen van het verweer van kennelijk onredelijk ontslag naar de nietigheid van het ontslag omdat hij tot en met 22 mei 2008 op de kandidatenlijst voor een ondernemingsraad heeft gestaan. Op 26 maart 2010 heeft de gemachtigde van werknemer bericht dat wederom een beroep werd gedaan op de vermeende kennelijke onredelijkheid van het ontslag en dat is niet mogelijk. De rechtszekerheid verzet zich tegen de dubbele switch.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Ten aanzien van het niet-ontvankelijkheidverweer is aangevoerd dat uit het arrest Dibbets (HR 7 oktober 1994, JAR 1994/234) niet blijkt dat een werknemer niet ontvankelijk verklaard zou moeten worden als hij meer dan eens de grondslag van zijn vordering wijzigt. Partijen zijn het erover eens dat een zogenaamde switch in ieder geval mogelijk is. De ingeroepen nietigheid wordt ingetrokken en daarmee is de beƫindiging van de arbeidsovereenkomst gegeven (volledigheidshalve wordt overwogen dat geen herstel van de arbeidsovereenkomst is gevorderd). Er verzet zich in het kader van de rechtszekerheid, noch in de beslissing van de Hoge Raad op dit punt niets tegen het handhaven van een beroep op een schadeplichtig ontslag. In feite heeft de laatste switch de rechtszekerheid gediend nu het einde van de arbeidsovereenkomst zekergesteld is. Er is in ieder geval geen nadeel voor werkgever aangevoerd of ontstaan door de wijziging van het standpunt.

Ten aanzien van het gevolgencriterium wordt geoordeeld dat werkgever geen verwijt valt te maken van het terughalen van werknemer van een project in Engeland toen bleek dat er serieuze problemen ontstonden. Dat het management in Engeland wellicht een verwijt te maken valt, kan werkgever niet worden aangerekend. Bij terugkeer uit Engeland is het probleem gerezen van de huisvesting en de plaats van tewerkstelling. Ten aanzien van de beweerde tegenwerking van zijn direct leidinggevende bij terugkeer in Nederland is onvoldoende uit de verf gekomen waaruit die zou hebben bestaan. Voorts heeft werkgever voldoende re-integratie-inspanningen verricht. Overwogen wordt dat de kansen op de arbeidsmarkt voor werknemer gezien zijn leeftijd en arbeidsongeschiktheid klein zijn. Dit is echter onvoldoende om tot toewijzing van de vordering te komen.