werknemer/Stork Food and Diary Systems BV

Werknemer is sinds 1982 in dienst geweest van bedrijven die deel uitmaken of uitmaakten van het concern waartoe Stork behoort. Hij is met ingang van 1 januari 2001 in dienst getreden van Stork in de functie van 'projectleider aseptische vullers'. In de schriftelijke arbeidsovereenkomst staat opgenomen dat na het eindigen van dit project (vermoedelijk eind 2001/2002), beide partijen zich zullen inspannen voor het vinden van een gelijkwaardige R&D-managersfunctie binnen Stork. Indien het verwerven van een gelijkwaardige functie binnen Stork niet tot stand komt, dan heeft werknemer recht op een vergoeding met C=1 bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Tot 2007 heeft werknemer voor Stork gewerkt op een functie waarvan de beloning voor werknemer hoger lag dan voor de gemiddelde managers. Werknemer heeft vervolgens ontbinding verzocht onder toekenning van de 'contractuele ontslagvergoeding van C=1'. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden met een vergoeding van C=0. De kantonrechter heeft overwogen dat werknemer geen contractuele ontslagvergoeding toekomt. Partijen twisten over de vraag of de functies dan wel werkzaamheden die Stork gedurende de looptijd van de arbeidsovereenkomst aan werknemer heeft aangeboden en die werknemer heeft vervuld dan wel heeft verricht, zijn aan te merken als 'een reguliere R&D-managersfunctie'. Met name is de vraag of werknemer manager is geweest. Werknemer heeft aangevoerd dat daarvan geen sprake was. Hij was slechts, naar zijn zeggen, solistisch bezig met researchwerkzaamheden. Stork heeft daartegen ingebracht dat werknemer in maart 2001 en ook daarna reguliere R&D-functies op managementniveau heeft geaccepteerd.

Het hof oordeelt als volgt. Met de kantonrechter is het hof van mening dat werknemers stelling dat van een R&D-functie op managementniveau pas sprake is indien leiding wordt gegeven aan ten minste twintig werknemers, faalt. Stork heeft werknemer dus wel degelijk een R&D-functie aangeboden. Daarnaast heeft werknemer met het indienen van een verzoek tot ontbinding Stork voor een voldongen feit geplaatst waardoor een eventueel aanbod tot een wel passende functie (waar overigens volgens het hof sprake van was) niet meer mogelijk was. Ook op die grond kan niet worden geoordeeld dat aan de eisen van de contractuele bepaling is voldaan, zodat de vordering van werknemer faalt.