Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 30 januari 2012
ECLI:NL:GHSHE:2012:BV2165
werknemer/Georgia-Pacific Nederland BV
De arbeidsovereenkomst van werknemer is op 1 mei 2011 ontbonden zonder vergoeding. Werknemer keert tegen deze beschikking in hoger beroep en voert aan dat het appelverbod van artikel 7:685 lid 11 BW doorbroken moet worden omdat in eerste aanleg het beginsel van hoor en wederhoor is geschonden. Werknemer stelt dat hij in eerste aanleg niet naar behoren is opgeroepen en dientengevolge niet gehoord. Hij stelt ten onrechte opgeroepen te zijn op zijn formele, maar feitelijk achterhaalde, GBA-adres in woonplaats A, op welk adres werknemer – naar Georgia-Pacific bekend was – al lang niet meer woonde, evenals op het adres B te woonplaats B, dat door Georgia-Pacific ten onrechte is opgegeven als het postadres van werknemer omdat hij daar niet meer te bereiken was, hetgeen Georgia-Pacific eveneens bekend was. Werknemer meent dat hij opgeroepen had moeten worden via zijn privé-e-maildres, via zijn mobiele telefoon (sms of belcontact) of langs de weg van de openbare oproep. Georgia-Pacific voert aan dat werknemer via de regels van artikel 272 Rv is opgeroepen.
Het hof oordeelt als volgt. Er is sprake van schending van hoor en wederhoor. Georgia-Pacific wist dat werknemer niet langer woonachtig was op de adressen A en B. Voorts heeft de griffier bericht ontvangen dat de oproepingen niet konden worden besteld, zodat op grond van artikel 275 Rv de rechter er niet van uit mocht gaan dat de oproep werknemer zou hebben bereikt.
Inhoudelijk oordeelt het hof als volgt. Georgia-Pacific stelt dat werknemer sinds enige jaren bij herhaling langdurig ongeoorloofd afwezig was en dat hij telkens opnieuw en in toenemende mate afspraken niet nakwam. Werknemer stelt zich op het standpunt dat hij vanaf medio 2008 in toenemende mate op zijn werk afwezig is geweest wegens zorgverlof, aanvullend verlof en ziekteverlof. Dit betrof ziekenhuisbezoek aan zijn echtgenote en zorgverlof in verband met de verzorging thuis van zijn ernstig zieke echtgenote. De te veel genoten verlofuren moest werknemer compenseren met overwerk. Zijn echtgenote is overleden, hij heeft zijn huis executoriaal moeten verkopen en de woning van zijn schoonmoeder (waar hij tijdelijk onderdak had) heeft hij moeten verlaten. Uiteindelijk is het werknemer allemaal te veel geworden en is hij zelfs dakloos geraakt. Naar het oordeel van het hof is er geen sprake van ontbinding wegens een dringende reden. Wel kan worden vastgesteld dat sprake is van een verstoorde arbeidsrelatie. Het siert Georgia-Pacific dat zij jarenlang met enige compassie werknemer tegemoet is gekomen. Nu het hof opnieuw over het ontbindingsverzoek dient te oordelen en het niet mogelijk is om de ontbinding met terugwerkende kracht uit te spreken, zal het hof (het voornemen uitspreken om) de arbeidsovereenkomst (te) ontbinden per 1 maart 2012. Aan werknemer komt een vergoeding toe van C=0,1.