Rechtspraak
Rechtbank Oost-Brabant (Locatie 's-Hertogenbosch), 9 februari 2012
ECLI:NL:RBSHE:2012:BV3050
Bouwvereniging Huis & Erf/werkneemster
Werkneemster is in dienst van Huis & Erf als P&O Adviseur en Vertrouwenspersoon Integriteit. Huis & Erf is door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw aangemerkt als aandachtscorporatie. Er moet fors bezuinigd worden. Werkneemster heeft als vertrouwenspersoon en klokkenluider vermoedens van misstanden gemeld bij de raad van toezicht. Een maand later is kritiek geuit op het functioneren van werkneemster als vertrouwenspersoon. Thans verzoekt Huis & Erf ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De bestaande functie van P&O Adviseur is volgens Huis & Erf komen te vervallen en er is geen andere passende functie voor werkneemster voorhanden.
De kantonrechter oordeelt als volgt. De bedrijfseconomische noodzaak tot reorganisatie is voldoende komen vast te staan. Uit het organogram van de nieuwe formatie en de ‘was-wordt’-tabel blijkt dat de huidige functie van werkneemster is komen te vervallen. Door Huis & Erf is onweersproken naar voren gebracht dat hiervan reeds sprake was voordat werkneemster in haar hoedanigheid als VPI/klokkenluider melding had gedaan van vermoedelijke misstanden, zodat niet valt in te zien dat er een causaal verband tussen dat optreden en het vervallen van haar functie bestaat. Het daarop gerichte verweer treft dan ook geen doel.
Hoewel Huis & Erf gesteld heeft dat de functie medewerker P&O mede vanwege het mbo-niveau niet geschikt is, is door werkneemster daartegen onweersproken ingebracht dat het blijkens de functieomschrijving gaat om een functie op hbo-niveau. Ter zitting heeft zij aangegeven dat zij deze functie graag had willen vervullen, ondanks het lagere salaris en kortere dienstverband. Werkneemster heeft voorts onweersproken gesteld dat zij eveneens over de geschikte capaciteiten beschikte voor de functie van Coördinator Algemene Zaken. Ter zitting is door Huis & Erf erkend dat werkneemster een potentieel geschikte kandidaat voor de functie was. Er hadden dus in ieder geval twee functies passend voor werkneemster kunnen zijn. Voornoemde functies zijn inmiddels vervuld door andere medewerkers. Mede gelet op de bedrijfseconomische noodzaak tot reorganisatie, wordt het ontbindingsverzoek toegewezen. Een vergoeding met correctiefactor 1,5 wordt billijk geacht.