Naar boven ↑

Rechtspraak

Popov Clothing BV/werknemer
Rechtbank Noord-Holland, 22 november 2011
ECLI:NL:RBHAA:2011:BV6075

Popov Clothing BV/werknemer

Loonprocedure na ontslag op staande voet en voorwaardelijke ontbindingsprocedure niet aan elkaar verknocht ex artikel 7:685 lid 5 BW. Geen verwijzing. Verduistering onvoldoende aannemelijk. Ontbinding wegens vertrouwensbreuk

Werknemer is in dienst van Popov, een groothandel in dameskleding. Op 23 mei 2011 is hij op staande voet ontslagen. Werknemer heeft zonder toestemming goederen uit het magazijn meegenomen. Bovendien speelt mee dat werknemer in het verleden meerdere malen is gewezen op zijn disfunctioneren. Thans verzoekt Popov voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een dringende reden, dan wel een vertrouwensbreuk.  

Het verzoek van werknemer om deze zaak ex artikel 7:685 lid 5 BW naar de Rechtbank Amsterdam te verwijzen, waar de bodemprocedure over het ontslag op staande voet aanhangig is, wordt afgewezen. In dit geval zijn de zaken niet aan elkaar verknocht, omdat in beide procedures een verschillend beoordelingskader wordt gehanteerd.

Geoordeeld wordt dat Popov een onvoldoende concrete invulling heeft gegeven aan de gestelde verduistering, nu niet duidelijk is geworden waar en wanneer de verduistering plaats heeft gehad, en welke goederen ontvreemd zijn. Verder stelt Popov dat werknemer het vertrouwen van zijn werkgeefster ernstig heeft geschaad doordat werknemer heeft verzwegen dat hij de schade door ‘weggegooide’ retourgoederen van een klant zelf heeft opgelost met de betaling van € 500 aan deze klant. Op dit punt moet aan Popov worden toegegeven dat de handelwijze van werknemer in zoverre geen pas geeft dat hij een fout die hij maakt in de uitoefening van zijn werkzaamheden direct aan Popov had behoren te melden. Deze verplichting geldt eens temeer in de situatie dat de werkgever door die fout schade ondervindt. Daarvan is in de gegeven omstandigheden evenwel niet gebleken. Ter zitting is gebleken dat er sprake is van een verstoorde arbeidsrelatie. De arbeidsovereenkomst wordt derhalve ontbonden. Werknemer treft een verwijt dat hij de fout met de geretourneerde kleding niet heeft gemeld en ook ter zitting de laakbaarheid van zijn gedrag niet inziet of heeft willen toegeven. Popov treft ook enig verwijt in het ontstaan van de vertrouwensbreuk, omdat de arbeidsrelatie van partijen door haar aanpak ernstiger dan noodzakelijk verstoord is geraakt. Werknemer komt een vergoeding naar billijkheid toe van  € 13.000 bruto.