werknemer/Heluto BV

Werknemer is sinds  januari 1976 in dienst van Heluto. In 1979 is overeengekomen dat werknemer jaarlijks een winstaandeel toekomt. De hoogte van de uitkering wisselt en is niet gerelateerd aan de door Heluto behaalde winst. Op 1 januari 2009 gaat werknemer met prepensioen. Werknemer heeft zich op het standpunt gesteld dat over 2008 een te lage bonus is betaald. De door werknemer ingestelde vordering is door de kantonrechter toegewezen op 8 februari 2011. Thans stelt werknemer dat hij ook aanspraak kan maken op een bonus over 2009.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Het vonnis van 8 februari 2011 is in kracht van gewijsde gegaan. Dit vonnis stelt slechts de rechtsbetrekking tussen partijen vast voor het jaar 2008. De vordering ten aanzien van de bonus over 2009 wordt derhalve inhoudelijk beoordeeld. Bij die beoordeling stelt de kantonrechter voorop dat werknemer zijn vordering niet grondt op de tussen partijen in 1979 overeengekomen winstdelingsregeling, maar op de stelling dat het recht op betaling van een jaarlijkse uitkering een (stilzwijgende) arbeidsvoorwaarde is geworden omdat, kort gezegd, altijd jaarlijks een uitkering is betaald. Ten aanzien van het jaar 2009 moet echter worden vastgesteld dat de in alle voorgaande jaren min of meer gelijkblijvende omstandigheden zijn gewijzigd. Heluto heeft onweersproken aangevoerd dat werknemer in 2009 slechts zes dagen heeft gewerkt en dat daardoor zijn inzet en prestaties verwaarloosbaar zijn geweest. Verder is het dienstverband halverwege het jaar 2009 beëindigd. Deze feiten en omstandigheden kunnen wellicht met zich brengen dat Heluto de vrijheid had om over het jaar 2009 geen bonus toe te kennen. Anders dan Heluto bepleit is die vrijheid in deze zaak echter niet in het geding. Daarvoor is redengevend dat Heluto ten opzichte van werknemer reeds een standpunt heeft ingenomen met betrekking tot het recht van werknemer op betaling van een uitkering over het jaar 2009. Heluto is ervan uitgegaan dat betaling van die uitkering plaats heeft gevonden in november 2009. In het vonnis van 8 februari 2011 wordt de betaling in november 2009 toegerekend aan het jaar 2008, zodat het ervoor moet worden gehouden dat de over het jaar 2009 aan werknemer toegekende uitkering feitelijk niet aan werknemer is betaald. Volgt toewijzing van de vordering.