Rechtspraak
werknemer/Corrocoat Benelux BV
Werknemer is in 1987 in dienst getreden van Corrocoat (onderneming die zich onder andere bezighoudt met reparatie van apparatuur in elektrische, water-, petrochemische en scheepvaartindustrieën), laatstelijk in de functie van bedrijfsleider. De arbeidsovereenkomst is wegens bedrijfseconomische redenen opgezegd tegen 1 maart 2011. Thans stelt hij zich op het standpunt dat het ontslag kennelijk onredelijk is.
De kantonrechter oordeelt dat van een valse of voorgewende reden geen sprake is. Werknemer heeft niet concreet onderbouwd in hoeverre de overgelegde financiële informatie door Corrocoat onjuist zou zijn. Meegewogen wordt dat een accountant een verklaring heeft afgegeven waaruit blijkt dat de door Corrocoat aan het UWV overgelegde financiële cijfers juist zijn. Ook het beroep op het gevolgencriterium faalt. Corrocoat heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij genoodzaakt was tot reorganisatie en dat zij gelet op haar financiële situatie niet in staat was een andere voorziening dan een outplacementtraject c.q. outplacementvergoeding te betalen. Dat Corrocoat werknemer wellicht de keuzemogelijkheid heeft ontnomen om bij 61,8 jaar vervroegd met pensioen te gaan, maakt het ontslag nog niet kennelijk onredelijk. De kantonrechter begrijpt overigens uit de stellingen van werknemer dat hij ook niet de intentie heeft om van deze mogelijkheid gebruik te maken, maar dat het zeer aannemelijk is dat hij blijft doorwerken tot de leeftijd van 65 jaar. Hoewel het door Corrocoat vasthouden aan het concurrentiebeding tot in maart 2011 wellicht niet de schoonheidsprijs verdient, is dit onvoldoende redengevend om het ontslag kennelijk onredelijk te doen zijn. Het heeft werknemer in ieder geval niet weerhouden aan de slag te gaan bij GBT per 1 april 2011. Volgt afwijzing van de vorderingen.