werkneemster/werkgever

Werkneemster is van 16 juli 2011 tot 16 januari 2012 in dienst geweest als juridisch medewerkster. Op 15 november 2011 heeft ze zich ziek gemeld. Op 30 november 2011 heeft werkgever de loonbetaling gestopt, omdat werkneemster weigert te communiceren met werkgever en weigert mee te werken aan een plan van aanpak. Thans vordert werkneemster loon over de periode 15 november 2011 tot 16 januari 2012.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Voor zover werkgever een beroep doet op een opschortingsbevoegdheid op grond van artikel 7:629 lid 6 BW, gaat dit beroep niet op. Niet is gebleken dat werkneemster zich niet heeft gehouden aan de door werkgever schriftelijk gegeven redelijke voorschriften omtrent het verstrekken van de inlichtingen die werkgever behoeft om het recht op loon vast te stellen. Voor zover werkgever het stopzetten van het loon baseert op het niet meewerken aan een plan van aanpak ex artikel 7:629 lid 3 sub d jo. 7:658a lid 3  BW wordt als volgt overwogen. Werkneemster heeft gelet op haar gezondheidstoestand weliswaar geweigerd om met werkgever rond de tafel te gaan zitten om een plan van aanpak op te stellen, maar heeft zich wel bereid verklaard om haar medewerking aan het opstellen van het plan van aanpak te verlenen en om een reactie te geven aan een door werkgever op te stellen conceptplan van aanpak. Bovendien heeft de verzekeringsarts van het UWV bevestigd dat een direct/persoonlijk contact met haar werkgever zeer belastend is en blijkt uit de probleemanalyse van de bedrijfsarts dat er geen mogelijkheden waren voor re-integratie. Ook uit de rapportage van de arbeidsdeskundige van het UWV, die op basis van het onderzoek door de verzekeringsarts heeft geconcludeerd dat werkneemster per 15 november 2011 niet geschikt is te achten voor het eigen werk, kan niet worden afgeleid dat er voor werkneemster bij werkgever nog re-integratiemogelijkheden waren. Volgt toewijzing van de loonvordering.