Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgever
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20 maart 2012
ECLI:NL:GHARN:2012:BV9595

werknemer/werkgever

Thuiswerker op staande voet ontslagen kort na indiensttreding wegens leugen over bezoek van klant. Ontslag gerechtvaardigd daar werknemer nog het vertrouwen van werkgever moest winnen

Werknemer is op staande voet ontslagen kort nadat hij in dienst is getreden van werkgever. Werknemer heeft het vertrouwen van werkgever ernstig geschonden door voor te houden dat hij een klant heeft bezocht en reiskosten had gemaakt, terwijl dit niet het geval bleek te zijn. Werkgever heeft de gefixeerde schadevergoeding verrekend met de eindafrekening van werknemer. In hoger beroep stelt werknemer onder meer dat het ontslag op staande voet een te vergaand middel is geweest en dat er geen verrekening had mogen plaatsvinden.

Het hof oordeelt als volgt. Een werknemer die van huis uit mag werken en de kosten voor bezoek aan klanten mag declareren, dient zich te realiseren dat zijn werkgever niet in staat is dagelijks toezicht op zijn handelen te houden en dus afhankelijk is van de eerlijkheid waarmee de werknemer omgaat met het in hem gestelde vertrouwen. Door in strijd met de waarheid op te geven dat hij een bepaalde klant bezocht heeft en reiskosten te declareren, terwijl hij die klant niet heeft bezocht en geen reiskosten heeft gemaakt, heeft werknemer dat vertrouwen ernstig geschonden. Juist omdat hij nog maar kort voor werkgever werkte, kon werknemer dit niet afdoen als een incident van ondergeschikte betekenis. Hij moest het in hem gestelde vertrouwen immers nog waarmaken. Het hof ziet geen rechtvaardigingsgrond in het gegeven dat werknemer wel telefoonkosten heeft gemaakt en langer op zijn salaris heeft moeten wachten dan behoort en acht het ontslag op staande voet gelet op alle omstandigheden van het geval en na afweging van de betrokken belangen terecht verleend.

Werknemer  heeft daarnaast nog aangevoerd dat beslag op een loonvordering maar beperkt mogelijk is. Het hof oordeelt dat werknemer er dan evenwel aan voorbij ziet dat hier geen sprake is van beslag, maar van een afrekening bij het einde van een arbeidsovereenkomst. Artikel 7:632 lid 1 BW laat dan onbeperkt verrekening toe.