Naar boven ↑

Rechtspraak

Unis Onderhoud B.V./werknemers, JC-Electronics v.o.f. c.s.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27 maart 2012
ECLI:NL:GHLEE:2012:BW0019

Unis Onderhoud B.V./werknemers, JC-Electronics v.o.f. c.s.

Concurrentiebeding is zwaarder gaan drukken door internationalisering en specialisatie werkgever

Werknemers X en Y zijn werkzaam geweest voor Unis. Unis houdt zich bezig met installatie, reparatie en dienstverlening op het gebied van industriële computer- en scheepselektronica. X is in 1992 als service engineer in dienst getreden van Unis. In 2005 was X hoofd technische dienst. Y is als verkoopmedewerker in dienst getreden. X en Y hebben hun arbeidsovereenkomst opgezegd en per 1 januari 2006 JC-Electronics v.o.f. opgericht. Unis heeft gevorderd dat X en Y wordt verboden werkzaamheden te verrichten voor klanten van Unis en hen te gebieden een lijst over te leggen van klanten van Unis voor wie zij hebben gewerkt. De vorderingen zijn afgewezen. In de eerste plaats omdat het concurrentiebeding van X zou zijn komen te vervallen wegens het zogenoemde zwaarderdrukkencriterium. Tegen dit oordeel keert Unis zich in hoger beroep.

Het hof oordeelt als volgt. Het hof stelt voorop dat Unis terecht aanvoert dat de rechtbank diende te toetsen aan de cumulatieve criteria in de AVM-arresten (HR 5 januari 2007, LJN AZ2221 en AZ2224), namelijk: (1) of zich een ingrijpende wijziging in de arbeidsverhouding heeft voorgedaan en (2) of het beding dientengevolge aanzienlijk zwaarder is gaan drukken. Naar het oordeel van het hof is aan deze eisen voldaan. Het gaat in casu immers om een zodanige specialisatie (Unis heeft zelf gesteld dat reparatie van industriële elektronica moeilijker is dan van overige elektronica) op een geheel andere, internationale, markt, dat dit beding opnieuw had moeten worden overeengekomen indien partijen daar tevoren geen overeenstemming over hadden. Uit die specialisatie en de verruiming van dat marktgebied vloeit ook voort dat het beding, indien het wel geldig zou zijn gebleven, meer nadeel zou opleveren voor X indien hij op hetzelfde terrein werkzaam zou willen blijven na afloop van zijn arbeidsovereenkomst met Unis. Werknemer X heeft bovendien aangevoerd dat hij, naast Unis, geen ander reparatiebedrijf van industriële elektronica in Nederland kent. Unis is daar niet nader op ingegaan.

Naar het oordeel van het hof is evenmin sprake van onrechtmatige concurrentie. Van een stelselmatige benadering van klanten, zoals door Unis gesteld, is geen sprake. Door Unis is niet betwist dat zij begin 2006 tussen de 3000 en 5000 vaste klanten had. Zelfs indien juist zou zijn dat getuige 1 heeft vernomen dat 13 daarvan schriftelijk door X en Y zijn geïnformeerd over de start van JC Electronics (hetgeen X en Y hebben betwist), kan daaruit nog niet worden afgeleid dat van zo’n stelselmatige benadering sprake is geweest. Bijgevolg wordt de vordering van Unis ex artikel 843a Rv afgewezen.