Naar boven ↑

Rechtspraak

Stichting Aanzet/werkneemster
Rechtbank Oost-Brabant (Locatie 's-Hertogenbosch), 19 januari 2012
ECLI:NL:RBSHE:2012:BW0263

Stichting Aanzet/werkneemster

Afwijzing ontbindingsverzoek. Een sociaal raadsvrouw heeft eveneens een zekere onafhankelijkheid bij de behartiging van cliënten. Deze onafhankelijkheid is anders dan bij een advocaat. Grenzen dienen door werkgever te worden gesteld

Werkneemster is op 16 december 1996 bij de rechtsvoorganger van Aanzet in dienst getreden. Haar functie is die van de sociaal raadsvrouw. De gemeente Oss is de grootste subsidieverstrekker van Aanzet. Op 19 oktober 2011 heeft zich een conflict voorgedaan tussen werkneemster en de heer X, werkzaam voor de gemeente Oss. De heer X heeft zich hierover bij Aanzet beklaagd. Deze klacht heeft Aanzet op 19 oktober 2011 met werkneemster besproken, waarna Aanzet werkneemster op non-actief heeft gesteld, in afwachting van nader onderzoek. Bij brief van 27 oktober 2011 heeft Aanzet werkneemster ontslag aangezegd. Een voorgenomen gesprek over deze brief en de gevolgen daarvan heeft geen doorgang gevonden. Thans verzoekt Aanzet ontbinding van de arbeidsovereenkomst omdat werkneemster onvoldoende de belangen van Aanzet en haar subsidiënten heeft behartigd, door zich zodanig te gedragen dat hierdoor klachten zijn ontstaan.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Werkneemster zal in een zekere mate van onafhankelijkheid de belangen van haar cliënten mogen verdedigen, uiteraard binnen de grenzen van de betamelijkheid. Voorstelbaar is dat de grenzen van deze onafhankelijkheid anders gedefinieerd behoren te worden dan bijvoorbeeld ten aanzien van advocaten het geval is. Dat voor werkneemster en haar collega’s deze grenzen duidelijk zijn gedefinieerd is niet gebleken. Gezien dit alles is de kantonrechter van oordeel dat de juistheid van de in de brief van de heer X geformuleerde klachten in onvoldoende mate is komen vast te staan. De direct betrokkenen spreken elkaar op belangrijke punten tegen. Verklaringen van derden zijn niet voorhanden. Wat er overigens zij van de juistheid van deze klachten, Aanzet had als goed werkgever deze klachten met werkneemster moeten bespreken en haar zo nodig de kans moeten geven haar functioneren aan te passen of te verbeteren en daarbij, zoals hiervoor overwogen, duidelijkheid moeten geven over de grenzen van de onafhankelijkheid waarbinnen zij haar functie moet vervullen. Dit is niet gebeurd. Ten slotte is gebleken dat werkneemster maar voor een beperkt deel van haar tijd werkzaam is op de locatie te Oss. Volgt afwijzing van het verzoek.