Rechtspraak
werkgever/werknemer
Werknemer (40 jaar) is sinds 2003 in dienst als kok. In februari 2011 is hij arbeidsongeschikt geraakt als gevolg van een slijmbeursontsteking. Uit het deskundigenoordeel van het UWV volgt dat werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht. Geconstateerd wordt dat werkgever niet bereid is tot re-integratie binnen het eigen of een ander bedrijf. Nadat werknemer is hersteld, is hij opnieuw arbeidsongeschikt geraakt door een slijmbeursontsteking. De bedrijfsarts heeft re-integratie in het tweede spoor geadviseerd. Thans verzoekt werkgever ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een verstoorde arbeidsrelatie. Gesteld wordt dat re-integratie in het eerste of tweede spoor niet meer zinvol is.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Gelet op (de reflexwerking van) het opzegverbod wegens ziekte is terughoudendheid geboden bij het verzoek de arbeidsovereenkomst met een arbeidsongeschikte werknemer te ontbinden. Partijen zijn het erover eens dat werknemer ook op de wat langere termijn geen benutbare mogelijkheden in het bedrijf van werkgever zal hebben. Er is echter geen reden om werknemer zijn recht op re-integratie in het tweede spoor te ontzeggen. Het deskundigenoordeel waaruit volgt dat het benodigde vertrouwen voor re-integratie in het tweede spoor ontbreekt, wordt niet gevolgd. Bij re-integratie in het tweede spoor zal weinig of geen contact tussen werkgever en werknemer zijn, zodat de vertrouwensband niet of heel weinig van belang is. Voorts volgt uit het advies van de bedrijfsarts dat re-integratie in het tweede spoor wel degelijk mogelijk is. Volgt afwijzing van het ontbindingsverzoek.