Rechtspraak
Rechtbank Midden-Nederland, 1 februari 2012
ECLI:NL:RBUTR:2012:BW0981
werkneemster/Coöperatieve vereniging Rabobank Utrecht e.o. c.s.
Werkneemster is in 1985 in dienst getreden bij de Rabobank-organisatie. Laatstelijk was zij werkzaam voor Rabobank Utrecht e.o. in de functie van risico- en procescontroller. In 1995 is er naar aanleiding van een fraude-incident een onderzoek ingesteld naar persoon X. Rondom deze transactie waren een aantal opmerkelijke dingen gebeurd, waardoor het gerechtvaardigd was om werkneemster te interviewen. Haar opzettelijke betrokkenheid bij de fraude kon niet worden vastgesteld. De uitkomsten van het onderzoek zijn opgenomen in het incidentenregister. Rabobank Bergeijk, Valkenswaard en Waalre hebben in 2006 en 2009 geweigerd werkneemster in dienst te nemen nadat zij van Rabobank Utrecht e.o. en Rabobank Nederland hebben vernomen dat werkneemster bij een intern onderzoek betrokken is geweest. Werkneemster stelt thans dat Rabobank c.s. onrechtmatig jegens haar hebben gehandeld en vordert schadevergoeding.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Voorop staat dat een (voormalig) werkgever gehouden is in het kader van een sollicitatieprocedure van de werknemer aan de (potentiële) nieuwe werkgever van de werknemer een waarheidsgetrouw beeld van de werknemer te verstrekken. Ook een integriteitsonderzoek kan onder de verplichting tot het verstrekken van informatie vallen. De (voormalig) werkgever dient hierbij een belangenafweging te maken. Bij het maken van deze belangenafweging heeft te gelden dat het een feit van algemene bekendheid is dat de enkele wetenschap dat een (integriteits)onderzoek is uitgevoerd naar een werknemer, ook als de uitkomst van dit onderzoek in het voordeel van de werknemer is, derden in veel gevallen doet twijfelen over de integriteit van de betreffende (kandidaat-)werknemer. Anders dan Rabobank c.s. stellen, is er geen verplichting om melding te maken van een integriteitsonderzoek indien er, zoals in het onderhavige geval, geen sprake is van een integriteitsrisico. Op basis van eigen onderzoek heeft Rabobank Nederland namelijk geconcludeerd dat werkneemster geen onoorbare handelingen heeft verricht. Er heeft ook geen registratie plaatsgevonden in het EVA en/of het IVA. Werkneemster mocht erop vertrouwen dat Rabobank c.s. geen mededelingen zouden doen over het naar werkneemster uitgevoerde onderzoek. Door wel mededelingen te doen over het onderzoek hebben Rabobank c.s. zich niet als goed werkgever gedragen en is sprake van een toerekenbare tekortkoming jegens werkneemster. Rabobank c.s. zijn hiervoor hoofdelijk aansprakelijk. De zaak wordt aangehouden voor vaststelling van de schade.