Rechtspraak
Rechtbank Gelderland (Locatie Arnhem), 5 april 2012
ECLI:NL:RBARN:2012:BW1966
ProAssist Nederland Service BV/werknemer
Werknemer is sinds 2002 in dienst van ProAssist als chauffeur. Op 23 november 2009 is hij met schouderklachten uitgevallen. Met de bedrijfsarts is afgesproken dat werknemer zijn werkzaamheden per 3 januari 2011 deels hervat. Werknemer is niet komen werken en heeft zich opnieuw ziek gemeld met griepklachten. In de maanden daarna is werknemer niet komen werken en is hij diverse keren gewaarschuwd wegens het niet naleven van zijn re-integratieverplichtingen. Werknemer heeft een afspraak bij de verzekeringsarts in het kader van de WIA-procedure afgezegd en in strijd met de waarheid verteld dat de bedrijfsarts hem volledig hersteld heeft verklaard. Op 18 november 2011 is werknemer op staande voet ontslagen. Thans verzoekt ProAssist voorwaardelijke ontbinding wegens een dringende reden.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Dat werknemer zich in overleg met de bedrijfsarts bij de verzekeringsarts van het UWV hersteld heeft gemeld is niet aannemelijk. ProAssist heeft een door de bedrijfsarts getekende verklaring overgelegd waarin is te lezen dat zij er nadrukkelijk bij werknemer op heeft aangedrongen de afspraak met de verzekeringsarts niet af te zeggen. Bovendien heeft werknemer in deze procedure erkend dat hij van ProAssist op 10 november 2011 vrij heeft gekregen teneinde de verzekeringsarts te bezoeken en dat hij zonder medeweten van ProAssist niet is gegaan. Deze omstandigheden in hun onderlinge samenhang bezien en gelet op de voorgeschiedenis, leveren een dringende reden in de zin van artikel 7:677 lid 1 BW op. Aan dit oordeel doet niet af dat werknemer al negen jaar in dienst was bij ProAssist en tot aan zijn eerste ziekmelding goed functioneerde. Deze omstandigheden wegen namelijk niet op tegen de inspanningen die ProAssist heeft verricht teneinde werknemer vanaf januari 2011 weer in het gareel te krijgen.