Rechtspraak
Rechtbank Gelderland, 27 april 2012
ECLI:NL:RBARN:2012:BW4395
werkneemster/Stichting Katholieke Universiteit, mede h.o.d.n. Universitair Medisch Centrum St. Radboud
Werkneemster is van 1 september 2008 tot 1 juni 2011 bij het UMC in dienst geweest in de functie van Spoedeisende Hulp-arts (hierna: SEH-arts). Thans heeft zij een loonvordering ingesteld. Zij stelt dat zij op grond van de toepasselijke CAO-UMC, die geldt voor medisch specialisten, recht had op een hogere toeslag voor 24-uursdiensten. Verder vordert zij een bedrag ter zake van niet-genoten ouderschapsverlof. Werkneemster stelt dat zij in de praktijk geen ouderschapsverlof heeft kunnen genieten, omdat zij te veel uren moest werken.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Nu het geschil over de toelage nog slechts ziet op de loonbelasting, wordt deze vordering afgewezen. Ten aanzien van het ouderschapsverlof wordt overwogen dat de door UMC overgelegde urenberekening geen bewijskracht heeft. Over de periode dat werkneemster volledig arbeidsongeschikt was, staat vermeld dat zij 44,2 uur heeft gewerkt, hetgeen niet klopt. Nu het op de weg van het UMC ligt om een deugdelijke registratie ter zake van de arbeidstijden van werkneemster bij te houden (artikel 4:3 lid 1 Arbeidstijdenwet) en het dat niet heeft gedaan, heeft het UMC niet voldaan aan zijn motiveringsplicht van zijn verweer. De vordering inzake het ouderschapsverlof wordt toegewezen.