werknemer/Stichting Pantar Amsterdam

Werknemer is per 6 mei 1987, met een Wsw-indicatie, op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst getreden bij (een rechtsvoorganger van) Pantar. Werknemer is in 2010 op zijn verzoek werkzaamheden via Westrom in Roermond gaan verrichten bij Solvay en is van Amsterdam naar Roermond verhuisd. De tewerkstelling bij Solvay eindigde per 19 november 2010, waarna werknemer zich ziek heeft gemeld. Het UWV heeft op 27 juli 2011 geoordeeld dat werknemer op 17 januari 2011 zijn eigen werk niet kon doen. Pantar heeft eind september 2011 voorschotten aan werknemer betaald met betrekking tot het salaris over de periode februari 2011 tot en met september 2011. Pantar heeft de loonbetaling aan werknemer gestaakt per 6 februari 2012. Werknemer heeft een loonvordering ingesteld.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Partijen verschillen van mening over de informatie die door Pantar aan werknemer is verstrekt aangaande zijn werkzaamheden voor Westrom en Solvay. Geoordeeld wordt dat van Pantar had mogen worden verlangd aan werknemer niet alleen mondeling maar ook schriftelijk kenbaar te maken dat de door hem zo zeer gewenste plaatsing in Roermond een proefplaatsing betrof. Voor een ondubbelzinnige ook schriftelijke bevestiging was te meer aanleiding gelet op het Wsw-karakter van de arbeidsovereenkomst met werknemer. Dat werknemer verhuisd is naar Roermond en geen werkzaamheden meer voor Pantar verricht in Amsterdam ligt echter op grond van art. 7:627 BW in de risicosfeer van werknemer. De loonvordering vanaf 6 februari 2012 wordt derhalve afgewezen.

Wel is het loon over de periode februari tot en met augustus 2011 te laat betaald. Hoewel in het deskundigenoordeel van 27 juli 2011 alleen geschreven wordt over de arbeidsongeschiktheid op 17 januari 2011, geeft dat deskundigenoordeel geen enkele aanleiding te veronderstellen dat die arbeidsongeschiktheid niet tevens ziet op de periode na 17 januari 2011. Al met al acht de kantonrechter het zo aannemelijk dat de bodemrechter een vertragingsvergoeding van 25% over de genoemde salarisbetaling zal toekennen, dat het door Pantar te lopen restitutierisico hiervoor moet wijken.