werknemer/Stichting Opella

Werknemer is sinds mei 1999 in het kader van de ID-regeling in dienst van Opella, laatstelijk als assistent-medewerker tekenkamer en archief. Na verkregen toestemming is de arbeidsovereenkomst tegen 1 april 2009 opgezegd wegens functieverval. Thans stelt werknemer dat Opella misbruik van bevoegdheid heeft gemaakt door de arbeidsovereenkomst op te zeggen en dat de opzegging kennelijk onredelijk is.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Het beroep op misbruik van bevoegdheid faalt, omdat de vordering op deze grondslag is verjaard. In dit geval is geen sprake van nietigheid, maar van vernietigbaarheid, waarvoor een verjaringstermijn van drie jaar van toepassing is. Ten aanzien van het beroep op kennelijk onredelijk ontslag wordt geoordeeld dat er geen sprake is van een valse reden. In een eerdere procedure is reeds geoordeeld dat werknemer bij de overdracht van de technische dienst niet mee is overgegaan, zodat ervan wordt uitgegaan dat werknemer nog steeds in dienst is van Opella. Anders dan werknemer stelt, is het Raam sociaal plan niet van toepassing. Ten aanzien van het gevolgencriterium wordt overwogen dat de omstandigheid dat werknemer bij Opella werkte met een loonkostensubsidie niet meebrengt dat zij ten opzichte van hem minder vrijheid heeft om haar onderneming naar eigen inzicht in te richten dan ten opzichte van andere werknemers. Wel heeft Opella ten opzichte van werknemer een bijzondere inspanningsverplichting bij het vinden van ander werk. Opella heeft zich voldoende ingespannen om werknemer te herplaatsen. Dat werknemer tot nu toe geen andere baan heeft kunnen vinden, ook niet in een hem door UWV aangeboden re-integratietraject, doet daar niet aan af. De opzegging is derhalve niet kennelijk onredelijk.