werkgeefster/werkneemster

Werkneemster is in 2010 in dienst getreden als juridisch medewerkster bij een advocatenkantoor. Zij is van 1 oktober 2008 tot en met 31 mei 2009 werkzaam geweest bij een ander advocatenkantoor van voormalig vennoot F. Werkneemster heeft zich op 15 september 2011 ziek gemeld. Zij heeft op 26 februari 2012 medegedeeld dat zij zwanger is. Thans verzoekt werkgeefster ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Aangevoerd wordt dat werkneemster onjuiste informatie heeft verstrekt met betrekking tot haar arbeidsverleden en beloning, althans relevante informatie heeft verzwegen.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Nu het verzoek geen verband houdt met de opzegverboden, wordt het beroep op reflexwerking verworpen. Werkneemster heeft vrijwel alleen voor vennoot F werkzaamheden verricht. Op zijn initiatief is werkneemster ook in dienst getreden. F is als vennoot uitgetreden, waardoor de arbeidspositie van werkneemster wankelt. Dat aspect komt grotendeels voor haar rekening. Zij heeft in haar functioneren geen verbreding in de organisatie gezocht en daarmee een smalle basis gehouden. Als werkgeefster bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst had geweten waaruit de werkervaring van werkneemster precies had bestaan, dan is niet aannemelijk dat zij een salaris van € 2500 bruto per maand zou hebben geboden. Dat werkneemster ervan uitging dat werkgeefster van de hoed en de rand wist, kan op basis van de enkele verklaring van werkneemster niet worden aangenomen. Daarvoor zijn er te veel ongerijmdheden, zoals de hoogte van het salaris dat werkneemster bij Advocatenkantoor F verdiende, het korte tijdsbestek dat die arbeidsovereenkomst heeft geduurd, het feit dat werkneemster zwanger was bij aanvang van die arbeidsovereenkomst, de overlegging van die (reeds geëindigde) arbeidsovereenkomst bij de salarisonderhandelingen en het verzoek van werkneemster tot verzilvering van de door haar in dat dienstverband opgebouwde vakantiedagen. Volgt ontbinding zonder toekenning van een vergoeding.