Rechtspraak
Rechtbank Noord-Nederland, 25 april 2012
ECLI:NL:RBLEE:2012:BX1279
werknemer/Industrial Cleaning Postmus BV
Werknemer is sinds 2006 in dienst van ICP als cleaner. In februari 2012 heeft werknemer bij het schoonmaken van een vat bij BASF in een reactor geen valbeveiliging gedragen. Dit is wel verplicht. Werknemer is hierop door een medewerker van BASF aangesproken. Werknemer heeft de valbeveiliging toen niet meteen omgedaan, maar heeft deze aan het roerwerk in het vat gehangen en is verder gegaan met de schoonmaakwerkzaamheden. Pas nadat werknemer nogmaals gewaarschuwd is, is hij de valbeveiliging gaan dragen. Werknemer is dezelfde dag door ICP op staande voet ontslagen. Werknemer beroept zich op de vernietigbaarheid van het ontslag op staande voet.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Het standpunt dat werknemer gedeeltelijk arbeidsongeschikt is en een opzegverbod van toepassing is wordt niet gevolgd, omdat de opzegverboden niet gelden bij een ontslag op staande voet. Werknemer heeft ondanks waarschuwingen roekeloos gehandeld, waarbij hij zichzelf aan ernstig gevaar heeft blootgesteld. Er is derhalve sprake van een dringende reden ex artikel 7:678 lid 2 aanhef en onder h BW. Ook al had ICP een collega moeten meesturen die de schoonmaakwerkzaamheden in het reactorvat afwisselend met werknemer had kunnen doen, dan nog onthief het nalaten daarvan door ICP werknemer geenszins van zijn verplichting om zich met valbeveiliging uit te rusten bij het uitvoeren van de schoonmaakwerkzaamheden in het reactorvat. Volgt afwijzing van de vorderingen.