werknemer/Stichting De Lege Knip

Werknemer is als chauffeur in dienst van Stichting De Lege Knip, een kringloopwinkel. In de toepasselijke huisregels is bepaald dat personeelsleden geen geld van klanten mogen aannemen en dat een werknemer op ontslag op staande voet wordt ontslagen als dit wel gebeurt. Na het ophalen van een bank heeft werknemer € 20 van een klant in ontvangst genomen. Een deel van dit bedrag heeft hij zelf gehouden. De rest van het bedrag heeft hij aan zijn bijrijder gegeven en in de fooienpot gestopt. Werknemer is vervolgens op staande voet ontslagen. Werknemer stelt dat hij niet in strijd met de huisregels heeft gehandeld en slechts fooi heeft ontvangen.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Een werkgever kan niet bedingen dat een bepaalde gedraging een dringende reden voor ontslag op staande voet zal opleveren. Niettemin mag de rechter bij zijn afweging wel rekening houden met zodanig beding (vgl. HR 24 februari 1995, NJ 1995, 450). Doordat werknemer een geldbedrag van een klant heeft aangenomen, heeft hij de huisregels overtreden. De handelwijze van werknemer komt in de buurt van een dringende reden voor ontslag op staande voet. In dit geval is ontslag op staande voet echter een te zware sanctie. Het gaat om een gering geldbedrag, waarvan het grootste gedeelte niet ten goede van werknemer is gekomen. Daarnaast is sprake van een langdurig dienstverband (10 jaar) en een oudere werknemer (57 jaar) die een eenzijdig arbeidsverleden heeft en de Nederlandse taal niet volledig machtig is. Ten overvloede wordt overwogen dat er wél sprake is van een situatie van ‘eens, maar niet weer’. Werknemer dient terdege te beseffen dat een volgende (soortgelijke) overtreding van de huisregels van De Lege Knip, arbeidsrechtelijk gezien, fataal kan zijn. Volgt toewijzing van de loonvordering en de vordering tot wedertewerkstelling.