Naar boven ↑

Rechtspraak

Nautilus International/Stemat BV
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 28 juni 2012
ECLI:NL:RBROT:2012:BX2414

Nautilus International/Stemat BV

Stemat is verplicht om binnen drie maanden vrijstellingen en vergunningen aan te vragen voor tewerkstelling niet-EU-scheepsgezellen en niet-EU-officieren aan boord van zeeschepen die onder Nederlandse vlag varen

Nautilus, een werknemersorganisatie in de maritieme sector, stelt dat Stemat niet beschikt over de benodigde vrijstellingen en vergunningen op grond van artikel 4 lid 2 Regeling Arbeidsvoorziening Zeescheepvaart (RAZ) en artikel 4 lid 1 Regeling tewerkstelling niet-EU-officieren op zeeschepen onder Nederlandse vlag (RTO). De RAZ en de RTO zijn algemeen verbindend verklaard. Op grond van de RAZ mag een Nederlandse reder voor de vervulling van alle arbeidsplaatsen door scheepsgezellen op schepen, varend onder Nederlandse vlag, geen ‘niet-EU-scheepsgezel(len)’ aanstellen anders dan door bemiddeling van het UWV WERKbedrijf. Er kan een vrijstelling voor de bemiddeling van het UWV WERKbedrijf worden verkregen. Deze vrijstelling wordt afgegeven door de commissie vrijstellingen. Op grond van de RTO mag een niet-EU-officier alleen tewerk worden gesteld aan boord van een schip onder Nederlandse vlag als daarvoor een vergunning is afgegeven. Voor het verkrijgen van vrijstellingen en vergunningen is medewerking van Nautilus nodig. Thans vordert Nautilus Stemat te verbieden werkzaamheden te doen verrichten in strijd met de RAZ en RTO. In reconventie vordert Stemat Nautilus te gelasten mee te werken aan de aanvraag en het verkrijgen van de vrijstellingen en vergunningen.

De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. Vast staat dat Stemat voor 2012 niet beschikt over de benodigde vrijstelling en vergunning op grond van de RAZ en RTO. Stemat stelt dat Nautilus haar ten onrechte de benodigde vrijstelling en vergunning op grond van de RAZ en RTO onthoudt, nu zij met Nautilus binnen de – tot en met 31 december 2012 lopende Collective Bargaining Agreement for Filipino seafarers on board Netherlands flag vessels (CBA) – overeenstemming heeft bereikt met betrekking tot de toe te passen loon- en arbeidsvoorwaarden voor buitenlandse werknemers aan boord van haar schepen die varen onder de Nederlandse vlag. De afgelopen veertien jaar is een overeenstemming binnen een CBA steeds voldoende gebleken om de benodigde vrijstelling en vergunning op grond van de RAZ en de RTO te verkrijgen.

Uitgangspunt is dat de beslissing tot het verlenen van een vrijstelling en vergunning op grond van respectievelijk de RAZ en RTO aan de commissie vrijstellingen en de commissie vergunningen is voorbehouden. Omdat Stemat de afgelopen veertien jaar automatisch de benodigde vrijstelling en vergunning kreeg, mocht Stemat er gerechtvaardigd op vertrouwen dat de CBA toereikend zou zijn voor de benodigde vrijstelling en vergunning voor het jaar 2012. Dat Nautilus bij schrijven de CBA heeft opengebroken, betekent niet dat de in de CBA vastgelegde regelingen niet meer van kracht zijn. Het feit dat Stemat geen aanvraag heeft gedaan is gezien de wederzijdse verhoudingen en de rol van de commissies zoals die zich in de afgelopen jaren heeft ontwikkeld enigszins begrijpelijk en rechtvaardigt dat Stemat een termijn wordt gegeven om te doen wat zij moet doen. Van haar kant behoeft Nautilus de thans bestaande situatie immers niet onbepaald te gedogen. Op zijn minst kan van Stemat verlangd worden dat zij een formele aanvraag bij de commissie vrijstellingen en de commissie vergunningen indient. Geoordeeld wordt dat Stemat hiervoor drie maanden de tijd krijgt. De vordering van Nautilus wordt op een termijn van drie maanden na betekening van het vonnis toegewezen. Omdat Stemat geen aanvraag heeft ingediend bij de commissies vrijstellingen en vergunningen, wordt de vordering in reconventie afgewezen.