Naar boven ↑

Rechtspraak

Vishay-Waste Collection Systems c.s./Diefhoek Holding B.V. c.s.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 7 augustus 2012
ECLI:NL:GHSHE:2012:BX3706

Vishay-Waste Collection Systems c.s./Diefhoek Holding B.V. c.s.

Concurrentiebeding in managementovereenkomst blijft geldig, ondanks redelijke grond voor onmiddellijke opzegging manager. Nieuwe bv's ex-manager profiteren van wanprestatie. Artikel 7:653 BW niet van toepassing

Werknemer en diens echtgenote zijn sedert 1981 actief in de afvalbranche. In 1992 hebben zij de vennootschap Diefhoek Holding B.V. opgericht. Diefhoek heeft in 1992 WCS BV (hierna te noemen WCS Nederland) opgericht en in 1994 WCS Belgium NV (hierna te noemen WCS België). In 2003 heeft werknemer het merendeel van de aandelen in WCS Nederland en België verkocht aan de Engelse onderneming PM Group Plc., welke onderneming in 2005 door verkoop deel is gaan uitmaken van de Amerikaanse multinational Vishay Precision Group Inc. (hierna VPG). Op 7 maart 2003 hebben WCS Nederland en Diefhoek een managementovereenkomst gesloten, op grond waarvan Diefhoek als statutair bestuurder voor WCS Nederland werkzaamheden is gaan verrichten. In deze managementovereenkomst staat een concurrentiebeding opgenomen. Medio 2011 is tussen Vishay-WCS c.s. en werknemer een verschil van inzicht ontstaan over de (verdere) aanpak van een na inschrijving gegund project. Werknemer heeft vervolgens een buy-out voorgesteld met daaraan een redelijke termijn. VPG heeft deze termijn ongebruikt laten verstrijken. Werknemer heeft na deze termijn per direct zijn werkzaamheden opgezegd. Werknemer heeft vervolgens alle contacten bericht dat hij stopt bij WCS en verder zal gaan bij Total Waste Systems. Vishay-WCS c.s. heeft Diefhoek c.s. in rechte betrokken en daarbij, kort samengevat, gevorderd dat zij stopt met activiteiten die in strijd zijn met het concurrentiebeding en zij zich tevens onthoudt van het oprichten van met de corebusiness van Vishay-WCS c.s. concurrerende bedrijven. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen afgewezen.

Het hof oordeelt als volgt. Artikel 7:653 BW is niet van toepassing, daar werknemer géén werknemer van WCS is, maar in dienst is van zijn eigen management-bv (Diefhoek). De relatie op basis van een overeenkomst van opdracht is bewust aangegaan, waarbij de voors en tegens zijn afgewogen. De onbepaalbaarheid van het beding is een 'uitleggeschil' en leidt niet tot nietigheid ex artikel 6:227 BW. Naar het oordeel van het hof was de opzegging van werknemer nadat de buy-outtermijn was verstreken, gerechtvaardigd. Dit neemt niet weg dat Diefhoek/werknemer wel gebonden is aan het concurrentiebeding zoals overeengekomen met VPG.

Het hof is voorshands van oordeel dat ACE en TWS allereerst onrechtmatig hebben gehandeld doordat zij hebben geprofiteerd van de wanprestatie van Diefhoek en werknemer. Voorts hebben zij, nu het immers vennootschappen zijn die geheel worden beheerst door Diefhoek/werknemer, door naar buiten te treden en daarbij contacten te leggen met relaties van WCS Nederland BV onrechtmatig jegens Vishay-WCS c.s. gehandeld. Het hof merkt voor de goede orde op dat het concurrentiebeding enkel ziet op de relaties van WCS Nederland. In zoverre wordt de concurrentie dan ook beperkt.