Rechtspraak
Rechtbank Gelderland (Locatie Arnhem), 11 september 2012
ECLI:NL:RBARN:2012:BX7823
werknemer/Livit Orthopedie B.V.
Werknemer (63 jaar) is als orthopedisch adviseur in dienst van Livit. Hij verricht zijn werkzaamheden voornamelijk in het Rijnstate Ziekenhuis te Zevenaar, het Radboud Ziekenhuis te Nijmegen en bij Zorginstelling Dichterbij te Gennep. Omdat de kwaliteit en de levertijden van steunzolen van Livit te wensen overlieten heeft werknemer in 2012 patiƫnten in zijn spreekuren steunzolen van een concurrent aangemeten. Hij is op staande voet ontslagen wegens schending van het in de arbeidsovereenkomst opgenomen verbod om nevenactiviteiten te verrichten. Werknemer beroept zich op de vernietigbaarheid van het ontslag.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Werknemer heeft het verbod tot het verrichten van nevenactiviteiten overtreden. Dat gegeven rechtvaardigt echter op zichzelf nog niet de conclusie dat het ontslag op staande voet in een bodemprocedure stand zal houden. In dit geval wordt meegewogen dat werknemer niet uit was op financieel gewin. Hij had enkel als motief goede zorg te blijven verlenen en de samenwerkingsrelatie met de artsen (voor Livit) te behouden. Daarbij geldt dat werknemer bij de uitvoering van zijn werk in hoge mate aangewezen was op de instructies en wensen van de artsen. Livit erkent dat zij uit eerdere gesprekken wist dat er ontevredenheid bestond over de door haar geleverde producten en gehanteerde levertijden. Dit zou, bij het uitblijven van verbetering, tot gevolg kunnen hebben dat de artsen de samenwerking met Livit zouden beƫindigen. Door (tijdelijk) voor een andere leverancier te kiezen heeft werknemer gemeend te voorkomen dat Livit deze artsen als relatie zou kwijtraken. Tot slot is van belang dat werknemer thans 63 jaar is en de pensioengerechtigde leeftijd begint te naderen. Alles overziend wordt voorshands geoordeeld dat het ontslag op staande voet in een bodemprocedure geen stand zal houden. De loonvordering wordt toegewezen. Nu al een ontbindingsverzoek is ingediend en sprake is van een ernstig verstoorde arbeidsrelatie, wordt de vordering tot wedertewerkstelling afgewezen.