Rechtspraak
Nederlandse Ski Vereniging/werknemer
Werkgever, de Nederlandse Ski Vereniging (NSV), is veroordeeld tot betaling van € 30.535,29 bruto aan achterstallig loon aan werknemer. Abusievelijk heeft NSV dit bedrag bruto uitbetaald aan werknemer in plaats van netto. NSV heeft bij de Belastingdienst aangifte gedaan van de op grond van het vonnis aan werknemer verschuldigde bedragen en – in aansluiting daarop – de betreffende loonheffing ad € 14.107,30 afgedragen aan de Belastingdienst. NSV stelt dat sprake is van onverschuldigde betaling dan wel ongerechtvaardigde verrijking van werknemer.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Het bedrag ad € 14.107,30 is (in ieder geval) eenmaal ten onrechte uit het vermogen van NSV gevloeid. In zoverre is dan ook sprake van een verarming aan de zijde van NSV. Aan de andere kant moet worden aangenomen dat werknemer is verrijkt met eenzelfde bedrag. Zoals hij in feite zelf erkent behoort dat bedrag, waarover hij thans beschikt, hem niet toe, maar moet het worden afgedragen aan de Belastingdienst, die het feitelijk al heeft ontvangen. Onder die omstandigheden valt met een grote mate van waarschijnlijkheid te verwachten dat de bodemrechter zal oordelen dat sprake is van ongerechtvaardigde verrijking van werknemer in de zin van artikel 6:212 BW. Het door NSV van werknemer gevorderde bedrag ad € 14.107,30 zal dan ook worden toegewezen bij wijze van schadevergoeding.