Rechtspraak
werknemer/werkgever
Werknemer is in dienst als plaatwerker. Hij is op staande voet ontslagen nadat hij een collega heeft geslagen waarbij letsel aan diens oog(kas) is toegebracht. Werknemer stelt dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is en heeft een loonvordering ingesteld.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Artikel 7:678 lid 2 BW bepaalt onder meer, toegesneden op de onderhavige casus, dat een dringende reden aanwezig geacht kan worden wanneer een werknemer zijn collega heeft mishandeld. Gelet op een overgelegde foto is sprake van serieus letsel. Gesteld noch gebleken is dat sprake was van noodweer of noodweerexces. De verklaring die werknemer voor zijn actie heeft gegeven, te weten dat zijn collega een trap tegen de deur gaf waar hij, werknemer, net doorheen was gegaan en zijn collega hem beledigde en uitdaagde door hem het woord ‘kankerzeug’ toe te voegen, kan de mishandeling hooguit verklaren, maar zeker niet rechtvaardigen, nog afgezien van de vraag of de door werknemer gegeven lezing van de feiten volledig en juist is. Werknemer en zijn collega verdroegen elkaar niet en provoceerden elkaar regelmatig. Beide werknemers zijn hiervoor eerder gewaarschuwd. De mishandeling is een misdrijf, een ernstig incident, dat werknemer volledig dient te worden toegerekend en het gevolg is van langdurig volgehouden, (wederzijds) infantiel gedrag. Het ontslag op staande voet is terecht gegeven. Dat sprake was van een dienstverband van bijna 13 jaren weegt niet op tegen de ernst van het verwijt. Volgt afwijzingen van de vorderingen.