Flexjob/werkneemster

Werkneemster is voor bepaalde tijd in dienst van Flexjob als intercedente. Na onenigheid over haar werkzaamheden heeft zij op 17 april 2012 gezegd het werk niet meer te willen doen en ermee te stoppen. Flexjob heeft werkneemster schriftelijk bevestigd dat zij ontslag heeft genomen. Werkneemster betwist dat zij ontslag heeft genomen en wijst Flexjob erop dat zij zich op 18 april 2012 heeft ziek gemeld. De bedrijfsarts heeft vastgesteld dat de arbeidsongeschiktheid mede veroorzaakt wordt door een arbeidsconflict. Thans verzoekt Flexjob voorwaardelijke ontbinding, primair wegens een dringende reden. Gesteld wordt dat sprake is van werkweigering.

De kantonrechter oordeelt als volgt. In kort geding is voorlopig geoordeeld dat er geen sprake is van ontslagname door werkneemster, zodat de arbeidsovereenkomst niet is geëindigd (zie AR 2012-0968). Van een dringende reden voor ontbinding is geen sprake. Vaststaat dat werkneemster na de woordenwisseling over het (niet) uitvoeren van werkzaamheden gevraagd is nog eens na te denken over haar vertrek en er een nachtje over te slapen. Uit dit laatste wordt afgeleid dat het voorgevallen incident voor Flexjob niet zodanig gewichtig is geweest dat een einde van de arbeidsovereenkomst onmiddellijk moest volgen. Omdat wel sprake is van een verstoorde arbeidsrelatie, wordt de arbeidsovereenkomst ontbonden. Flexjob heeft niet voldaan aan de onderzoeksplicht ten aanzien van de gestelde ontslagname. Toen werkneemster zich op 18 april 2012 ziek meldde, was duidelijk dat werkneemster op haar uitingen van de dag ervoor terugkwam en had Flexjob actie moeten ondernemen. Door ook na het advies van de bedrijfsarts geen actie te ondernemen, heeft Flexjob in strijd gehandeld met het goed werkgeverschap. Voorts wordt meegewogen dat werkneemster zich op 17 april 2012 wat professioneler had moeten opstellen, zij pas sinds 13 februari 2012 bij Flexjob in dienst is getreden, zij zelf niet de wens koestert om terug te keren tot de werkplek bij Flexjob, dat zij pas dertig jaar oud is en dat niet is gebleken dat haar perspectieven op de arbeidsmarkt ongunstig zijn. Volgt ontbinding onder toekenning van een vergoeding van € 7.670 bruto.