Naar boven ↑

Rechtspraak

Heerenduin B.V./werknemer
Rechtbank Gelderland, 31 oktober 2012
ECLI:NL:RBARN:2012:BY2378

Heerenduin B.V./werknemer

Accountmanager handelt onrechtmatig door nevenwerkzaamheden voor concurrerend bedrijf bij indiensttreding te verzwijgen. Opzet of bewuste roekeloosheid voldoende komen vast te staan, zodat beroep op artikel 7:661 BW faalt

Werknemer is van april 2006 tot en met april 2009 op basis van een arbeidsovereenkomst als senior accountmanager in dienst geweest van Heerenduin. Van april 2009 tot april 2011 heeft hij voor Heerenduin werkzaamheden als freelancer verricht. Thans stelt Heerenduin dat werknemer tijdens het dienstverband nevenwerkzaamheden heeft verricht, hetgeen in de arbeidsovereenkomst is verboden. Heerenduin vordert schadevergoeding op grond van een toerekenbare tekortkoming en onrechtmatige daad.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Het verbod tot het verrichten van nevenwerkzaamheden is een inperking op het recht op privacy (artikel 10 lid 1 Grondwet en artikel 8 EVRM) en het recht van vrije arbeidskeuze (artikel 19 lid 3 Grondwet). Dat in de arbeidsovereenkomst niet duidelijk is opgenomen dat het verbod zich ook uitstrekt tot nevenfuncties die werknemer reeds voor indiensttreding heeft aanvaard, komt daarom voor rekening van Heerenduin. Het beroep op het verbod tot het verrichten van nevenwerkzaamheden op grond van de arbeidsovereenkomst faalt derhalve.

Ten aanzien van de gestelde onrechtmatige daad wordt geoordeeld dat de enkele omstandigheid dat werknemer nevenactiviteiten heeft verricht waarmee hij Heerenduin concurrentie heeft aangedaan en het bedrijfsbelang van Heerenduin heeft geschaad, naar vaste rechtspraak onvoldoende is voor het oordeel dat werknemer onrechtmatig heeft gehandeld. Daarvoor zijn bijkomende omstandigheden vereist. In dit geval zijn er bijkomende omstandigheden, omdat werknemer zijn nevenactiviteiten bewust heeft verzwegen. Op grond van het goed werknemerschap had werknemer Heerenduin voorafgaand aan of bij indiensttreding op zijn minst correct en volledig moeten informeren over (de continuering van) zijn concurrerende nevenactiviteiten voor bedrijf X. Werknemer stelt dat is afgesproken dat Heerenduin geen consequenties aan de gedragingen van werknemer zou verbinden als werknemer zo veel mogelijk klanten van bedrijf X zou oversluiten naar Heerenduin. Werknemer krijgt de gelegenheid hiervan bewijs te leveren. Voor zover werknemer daarin niet mocht slagen, wordt overwogen dat het beroep van werknemer op artikel 7:661 BW faalt. De schade is namelijk niet ontstaan tijdens de uitoefening van de werkzaamheden en daarnaast is voldoende komen vast te staan dat sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid.