werknemer/werkgever

Werknemer (61 jaar) is in 1991 in dienst getreden van (de rechtsvoorganger van) werkgever. Laatstelijk is hij werkzaam als tegelzetter. Zijn arbeidsovereenkomst is wegens bedrijfseconomische redenen opgezegd. Thans vordert hij schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag op grond van het gevolgencriterium.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Voldoende aannemelijk is geworden dat werkgever zich heeft ingespannen om werknemer te behouden dan wel te herplaatsen. Het wordt werknemer aangerekend dat hij kansen op alternatieve werkzaamheden binnen of buiten het bedrijf van werkgever voorbij heeft laten gaan. Hoewel de financiële stukken hier en daar vraagtekens oproepen, is aannemelijk dat werkgever in een penibele financiële situatie verkeert. Werknemer heeft de stelling van werkgever dat niet kan worden uitgesloten dat een veroordeling tot betaling van een substantiële schadevergoeding zal leiden tot een zodanige verslechtering van de financiële situatie dat nog een aantal andere medewerkers hun baan zullen verliezen, onvoldoende gemotiveerd weersproken. Geoordeeld wordt dat het ontslag niet kennelijk onredelijk is. Hoewel werknemer een eenzijdig arbeidsverleden heeft, is de kans dat werknemer na het ontslag een nieuwe baan vindt verre van uitgesloten, mits hij alsnog bereid blijkt andere werkzaamheden dan tegelzetten op zich te nemen, al dan niet na omscholing.